Wat is een passer?
De passer is een bekend meetinstrument. Hiermee kun je een (kleine) afstand vastzetten en dan op een andere plaats afpassen. Veel mensen kennen de passer als instrument om cirkels en cirkelbogen te tekenen. Maar je hebt in een werkplaats bijvoorbeeld nog een steekpasser of een krompasser en daarmee kun je dan maten van tekeningen overnemen bijvoorbeeld. Maar een steekpasser heeft ook een andere functie, deze wordt ook als navigatiehulpmiddel gebruikt om de afstanden op de zeekaarten te passen.
Meer over de passer
Vanaf 1000 v. Christus is de passer al in het gebruik. Je kunt het bijvoorbeeld terugzien op aardewerk wat uit die tijd afkomstig is. Er worden al cirkels getrokken als decoratie, hier werd dan een passer voor gebruikt. Een steekpasser gebruik je met twee pinnen, zonder potlood of pen. Je moet dan op de schaalverdeling van de (zee)kaart een afstand nemen tussen de punten van de passer en dan kun je op deze manier de lengte van een route aanpassen als een veelvoud van de betreffende afstand. Als je gaat varen is het dus fijn om te weten hoe dat een passer werkt, het kan altijd zijn dat jij ermee te maken krijgt. Met name mensen die op zee gaat varen hebben er een nodig en dan heb je ook altijd een zeekaart nodig, zodat je kunt kijken waar je bent, waar je naar toe gaat en waar je al hebt gevaren.