Wat is een wolk?

We spreken over een wolk als het gaat over een zichtbare verzameling van gecondenseerde waterdruppels of ijskristallen. Er kan dan uit de wolken neerslag vallen en dan kun je denken aan hagel, sneeuw, regen of ijzel. Je hebt allerlei soorten en maten wolken. Je hebt dan een duidelijk onderscheid in bepaalde wolkensoorten en die lichten we nu toe:

1. Stratus (St). Deze kun je herkennen aan de grijze, laaghangende wolken en deze kunnen soms zelfs een mistbank vormen boven de grond. Je mag hierbij lichte neerslag verwachten en dan moet je denken aan bijvoorbeeld motregen, licht regen of aan sneeuwvlokken. 
2. Altostratus (As). Dit zijn egaal grijze wolken en deze hebben verschillende dikten. Ze ontstaan als warmte lucht over de koude lucht heen schuift. Vaak kun je ook nog de zon door de (dunnere) wolken heen zien. Als het gaat over dunne wolken dan is de kans op neerslag klein. Als de wolken dichter worden en je ziet de zon niet meer dan neemt de kans op neerslag wel toe.  
3. Cirrostratus (Cs). Deze wolken kun je ook goed herkennen, want het gaat dan over dunne en doorzichtige wolken van ijskristallen. Er valt geen neerslag uit deze wolken. Maar je kunt wel een cirkel om de zon zien en dat komt dan door de reflectie van het zonlicht op de ijskristallen. 
4. Cumulus (Cu). Dit zijn halfronde wolken waarvan het bovenste deel lichtgrijs van kleur is. Het onderste deel is wat donkerder grijs. Er valt geen neerslag uit deze wolken. 
5. Altocumulus (Ac). Het zijn stapelwolken die bestaan uit meerdere cumulus wolken. Er ontstaat uit deze wolken geen neerslag, maar er wordt wel een naderende onweerswolk aangekondigd.  
6. Cumulonimbus (Cb). Dit is een grotere verzameling cumuluswolken. Deze krijgen op grotere hoogte een paddenstoelvorm. Een andere naam hiervoor is een donderwolk of een buienwolk. Je krijgt bij deze wolk altijd te maken met intense neerslagperioden met onweer en regen.