Meer over de plotter

Als je je vaarbewijs nodig hebt, dan kun je na klein vaarbewijs 1 altijd doorgaan voor klein vaarbewijs 2. Daarbij komt dan de plotter aan bod. Maar wat is dit precies en wat kun jij ermee? Daar gaan we in dit artikel verder op in want daar moet jij bij vaarbewijs 2 ook meer over weten. Goed dat je je er daarom ook uitgebreid op voor kunt bereiden met onze informatie. Aan het einde van het artikel vind je ook oefenvragen (en antwoorden) zodat je na kunt gaan of je dit onderdeel van het examen al beheerst of nog even door moet leren. 

 

Inhoudsopgave

 

 

Koers intekenen op de zeekaart

Hoe kun je een koers nauwkeurig op een zeekaart intekenen? Dit leggen we je hieronder uit. Bij de uitleg wordt er vanuit gegaan dat er geen variatie, stroom, drift of deviatie is. Je hebt om te beginnen te maken met de koerslijn en dan gaat het over de lijn die op de zeekaart je vertrekpunt gaat verbinden met het aankomstpunt. Deze koers wordt vervolgens uitgedrukt in graden ten opzichte van het ware noorden. Als je de koerslijn gaat intekenen op de kaart, dan moet je gebruik maken van de plotter. Het beste kun je dan de koerslijn met een potlood tekenen. Zo kunnen eventuele fouten snel aangepast worden. Je kunt aan de hand van een paar stappen zo een koerslijn op de betreffende kaart intekenen. De lijn noemen we dan de grondkoers. Aan de hand van een voorbeeld kan het nu in een paar stappen verder toe worden gelicht. 

 

Voorbeeld koers intekenen met plotter

Stel je eens voor dat je op het Markermeer vaart. Je vaart ter hoogte van Edam (boei V3). Maar je wil naar boei E-A3 (net onder Volendam) varen. Dan moet je eerst nagaan welke koers je wil varen en dan wil jij daarvoor gebruik maken van het intekenen van de koerslijn op de zeekaart. Ook moet je nog vaststellen welke koers je nu vaart. Hoe gaat het intekenen dan in zijn werk voor de koers? 

  • Je moet eerst zorgen dat je de juiste zeekaart bij de hand hebt. Je zoekt dan het vertrekpunt en het aankomstpunt. Dan zoek je ook nog boei V3 en boei E-A3. 
  • Dan neem je de plotter en deze plaats je dan tussen twee punten op de manier dat je met een potlood zo een lijn kunt trekken langs de rand van de plotter.
  • Je trekt vervolgens een rechte lijn met je potlood van het vertrekpunt naar het eindpunt (dat doe je langs de rand van de plotter). Er staat dan nu een rechte lijn tussen boei V3 en boei E-A3. Dit noemen we de koerslijn. 
  • Je gaat nu de plotter bewegen en dat doe je naar voren of naar achteren langs de koerslijn die je hebt getekend. Ga hiermee door tot een van de streepjes in de draaiende cirkel (ook wel rasterlijnen genoemd) van de plotter samenvalt met een meridiaan of een parallel op de zeekaart. Houd er hierbij wel rekening mee dat je de N op de draaiende cirkel naar het noorden van de kaart draait. Je moet er dan ook nog voor zorgen dat de boeg van het bootje op je plotter wijst in de richting waar je naar toe wil varen. 
  • Vervolgens kun jij het aantal graden aflezen op de plotter.

 

Afstand vertrekpunt en aankomstpunt bepalen

Je bent er nog niet, want je wil nog graag de afstand tussen het vertrekpunt en het aankomstpunt vaststellen met de passer. Hoe je dit kunt doen vind je in het stappenplan wat nu volgt:

  • Je hebt je passer nodig en dan plaats je eerst het ene been van je passer in het rondje bij het beginpunt. Het andere been van de passer plaats je in het rondje bij het eindpunt. De ene plaats je dus in boei V3 en de ander in boei E-A3. Je hebt op deze manier de afstand tussen de twee boeien kunnen meten. 
  • Je moet nu de deze afstand afmeten op de staande rand van de betreffende kaart. Daarbij geldt de regel één minuut = één zeemijl.

 

Bretonse plotter

Als je een koers in de zeekaart wil zetten dan kan er gebruik worden gemaakt van een Bretonse plotter. Maar er kan ook gekozen worden voor een parallelliniaal. Als het over schepen gaat die een ruime kaartentafel aan boord hebben, dan wordt er veelal gebruik gemaakt van een parallelliniaal. Gaat het echt over de pleziervaart, dan wordt er meestal toch gekozen voor de plotter. Het gemak van een plotter is dat deze altijd in een beperkte ruimte gebruikt kan worden. Je kunt er erg nauwkeurig meewerken, ook wanneer dat er sprake is van zware zeegang. 

Plotter oefenvragen

 

Oefenvraag 1: Hoe noemen we de lijn die op de zeekaart je vertrekpunt gaat verbinden met het aankomstpunt?

 

Oefenvraag 2: Bij het intekenen van de koerslijn op de kaart kun je een plotter gebruiken.

  • Waar
  • Niet waar

 

Oefenvraag 3: Je gebruikt een plotter bij vaarbewijs 1 en 2.

  • Waar 
  • Niet waar

 

Oefenvraag 4: Wat is het voordeel van een plotter?

 

 

Antwoorden oefenvragen

 

Antwoord oefenvraag 1:

 

De koerslijn is de lijn die op de zeekaart je vertrekpunt gaat verbinden met het aankomstpunt. 

 

Antwoord oefenvraag 2

 

Dit is waar, bij het intekenen van de koerslijn op de kaart kun jij een plotter gebruiken. 

 

Antwoord oefenvraag 3

 

Niet waar, je gaat een plotter pas gebruiken bij klein vaarbewijs 2. 

 

Antwoord oefenvraag 4

 

Het voordeel van een plotter is dat deze altijd in een beperkte ruimte gebruikt kan worden. Deze is dan ook ideaal om te gebruiken tijdens de pleziervaart. 

 

Nog meer oefenen?

Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het vaarbewijs? Doe dan de vaarbewijs cursus van Turbo Vaarbewijs. Met de vaarbewijs cursus kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van het vaarbewijs onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert bij het CBR examen en je zult hoger scoren bij de verschillende onderdelen. Bekijk hieronder 👇 onze trainingspakketten.