Wat is een lagedrukgebied

Lagedrukgebied

Naast het hogedrukgebied hebben we ook het tegenovergestelde, een lagedrukgebied. Dit wordt ook wel een depressie of een minimum genoemd. Het gaat dan om een gebied waarbij de luchtdruk op zeeniveau laag is als het wordt vergeleken met de omgeving. Bij een hogedrukgebied worden juist hoge barometerstanden gemeten. De lucht stroomt naar het centrum door de lage druk. Er is dan sprake van een cyclonale circulatie en deze gaat op het noordelijk halfrond altijd tegen de klok in en met de klok mee op het zuidelijk halfrond. Door het samenstromen van de lucht moet de lucht altijd naar boven uitwijken. Stijgende lucht zal dan afkoelen en als daar sprake van is dan treedt er bij voldoende vochtigheid een wolkenvorming op (met mogelijke neerslag). 

Een lagedrukgebied wordt aangeduid met de letter L. Op de weerkaarten zie je de L dan staan in de kern van een lagedrukgebied. Dit is de plaats waar de luchtdruk dan ook echt het laagst is.

Soorten lagedrukgebieden

Je hebt verschillende soorten lagedrukgebieden:

1. Frontale depressies, hier wordt over gesproken als het gaat over een tegengestelde stroming bij een stationair front. Het gaat dan over aan de ene kant een oostelijke en aan de andere kant een westelijke stroming. Dit kan dan een aanleiding zijn voor een golf, zo kan een lagedrukgebied ontstaan. Ze ontstaan vaak in een grensgebied waarbij sprake is van twee verschillende luchtsoorten. 
2. Secundaire depressies, het gaat hier over kleine afzonderlijke lagedrukgebieden en deze ontwikkelen zich dan weer binnen de invloedssfeer van een grotere depressie. 
3. Thermische depressies, op het moment dat er een lang hogedrukgebied stagneert dan zal de lucht aan de grond opwarmen. Er is dan sprake van verdamping, de lucht is dan erg warm en vocht en dan krijg je een klein lagedrukgebied en dat is een thermische depressie. 
4. Orografische tropische storingen, het gaat hier over luchtstromingen die dwars over een bergrug stromen, en er kan dan door stuw aan de loefzijde een soort rug ontstaan. Aan de lijzijde kun je dan te maken krijgen met een orografische depressie. 
5. Tropische storing, het gaat dan over een ongeorganiseerd cluster van onweersbuien. Let op want kenmerkend hiervoor is dat de gemiddelde windsnelheid niet zo groot is. 

Nog meer oefenen?

Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het vaarbewijs? Doe dan de vaarbewijs cursus van Turbo Vaarbewijs. Met de vaarbewijs cursus kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van het vaarbewijs onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert bij het CBR examen en je zult hoger scoren bij de verschillende onderdelen. Bekijk hieronder 👇 onze trainingspakketten.