Techniek bij het varen

Als je gaat varen, dan moet jij er voor zorgen dat je boot of schip technisch helemaal in orde is. Je moet daarom ook het één en ander weten over techniek. Wat weet jij over de motor van je schip? Welke motoren zijn er allemaal en hoe wordt een schip aangedreven? Het sturen van een schip is hier ook een belangrijk onderdeel van. Al deze, én meer, onderwerpen komen op deze pagina aan bod. Alles wat je moet weten voordat je op gaat voor je vaarbewijs vind je hier. Aan het einde van dit artikel vind je nog een aantal oefenvragen zodat je zelf na kunt gaan welke stof je al beheerst en waar je nog even wat meer tijd aan moet besteden. 

 

Inhoudsopgave

 

 

Voortstuwingswerktuigen

Er wordt een onderscheid gemaakt in drie verschillende voortstuwingswerktuigen (ook wel motoren genoemd). Dit zijn de benzinemotor, een dieselmotor en een elektromotor. Deze lichten we nu verder toe. 

 

Benzinemotor

Snelle motorboten en kleinere schepen zijn vaak voorzien van een benzinemotor. Benzine is helaas erg gevaarlijk, maar het stoot wel maar relatief weinig fijnstof uit. Benzine kan snel verdampen en is dan ook erg ontvlambaar. Een motorruim moet altijd goed ontlucht worden voordat jij je benzinemotor van je snelle motorboot of kleine schip gaat starten. Je hebt ook smeerolie nodig als je een benzinemotor hebt. 

 

Dieselmotor

Bij kajuitschepen en grote schepen wordt er vaak gebruik gemaakt van een dieselmotor. Het voordeel hiervan is dat deze voor een langere periode op een lager toerental kan draaien, zo wordt er minder brandstof verbruikt. Zoals we al aangaven zal benzine snel verdampen, maar diesel dus niet. Maar diesel stoot wel meer Nox uit dan een benzinemotor. Voor het milieu is dat erg schadelijk. Net als bij de benzinemotor heb je bij een dieselmotor ook smeerolie nodig. 

 

Je moet er als schipper altijd voor zorgen dat de brandstof in je tank schoon is. Stel je hebt een tijdje niet gevaren, dan kan de brandstof toch vervuild zijn geraakt. Oude brandstof in de tank kan grote gevolgen hebben. Er wordt gesproken over vergommen bij oude benzine, wat gebeurt onder invloed van vocht in je tank. Oude benzineresten gaan verkleven en zo zullen de filters ook verstopt raken. Bij oude diesel gebeurt er wat anders, dan krijg je een soort drab onderin je brandstoftank. Het filter zal ook hierdoor verstopt raken en het gevolg is dat de motor meestal niet start. Je bent dan verder van huis dus zorg dat je met schone brandstof gaat varen! 

 

Elektromotor

Binnen de scheepvaart kom je zo nu en dan wel de elektromotor tegen maar nog niet zo heel vaak. De motor bevat hele krachtige accu’s en deze kunnen de schroef aandrijven. De motor is erg stil en stoot geen schadelijke stoffen uit. Er is ook maar weinig onderhoud nodig aan de elektromotor. Toch is er ook een nadeel want de motor heeft maar een beperkte actieradius, ook kost het opladen redelijk veel tijd. 

 

Koeling bij motoren

Bij de dieselmotor en de benzinemotor moet je er rekening mee houden dat de motor ook gekoeld moet worden. Als je dat niet zou doen dan gaat de motor kapot. Het koelen wordt gedaan middels een koelsysteem en je hebt drie verschillende soorten koelsystemen: open koelsysteem, gesloten koelsysteem en een gecombineerd koelsysteem. Buitenboordwater wordt bij een open koelsysteem gebruikt om de motor te kunnen koelen. De koelwaterpomp pompt meestal het vuile buitenboordwater door de motor. Er is altijd een wierfilter voor de pomp geplaatst en deze filtert het water en dan kunnen er geen waterplanten in het koelwater terecht komen. Bij een gesloten koelsysteem wordt er koelvloeistof gebruikt. Het wordt in buizen gekoeld en of in een bun (een carter) in het buitenboordwater. Bij een gecombineerd koelsysteem wordt er koelvloeistof gebruikt maar die komt dan warm uit de motor en wordt dan gekoeld in de warmtewisselaar in een schip (niet buitenboord). 

 

Aandrijving

De motor genereert energie en doe kan er dan voor zorgen dat je schip gaat varen. Dankzij de aandrijflijn kan de motor de energie kwijt in het water en dan kan een schip weer varen. Schepen worden aangedreven door een schroef en dan is de motor via een keerkoppeling en een schroefas verbonden met deze schroef. Een keerkoppeling wordt ook wel gezien als de versnellingsbak van de schepen. Bij deze koppeling is smeerolie aanwezig en je moet regelmatig controleren of de olie nog op peil is en zo niet dan moet je het bijvullen. 

 

Als het gaat over de verbinding tussen een motor en de schroef dan noemen we dat een schroefas. Deze zorgt ervoor dat een schroef rond kan draaien. In de schroefaskoker huist een schroefas. Dankzij de binnenlager (binnengland) wordt voorkomen dat er water van buitenaf in de schroefaskoker kan. 

 

Omdat een schroefas moet draaien in de koker moet deze worden gesmeerd met vet, olie of water. Wat gebruikt moet worden hangt af van welke schroefas het is. Een vetgesmeerde schroefas moet met vet in worden gesmeerd, een oliegesmeerde schroefas met olie en de watergesmeerde schroefas met buitenwater. 

 

Dan heb je nog een slipslof tussen de schroef en de schroefas. Dit noemen we ook wel een breekpen of een slipkoppeling. Hierdoor wordt schade voorkomen aan de motor wanneer dat de schroef ineens tot stilstand is gekomen. 

 

Stuurinrichting

Schepen kunnen bestuurd worden op twee manieren, namelijk met een buitenboordmotor en met een stuurwiel welke weer is verbonden aan het roer. Bij de buitenboordmotor is er een bedieningsstang aanwezig en daarmee kun jij een schip sturen in de richting die je wil. Wat goed is om te weten is dat wanneer jij een schip gaat sturen naar rechts (dus naar stuurboord) dan gaat je schip naar links (bakboord). Als je dan naar links gaat sturen (bakboord) dan vaart je schip naar rechts (stuurboord). 

 

De bedieningsstang die met het roer is verbonden noemen we de helmstok. Deze is horizontaal verbonden met het roer. Het wordt met name gebruikt bij kleine zeilschepen.

 

Bij een buitenboordmotor wordt er gestuurd met een schroef. Op de bedieningsstang vind je meestal ook een gashendel. 

 

Sturen met een stuurwiel gaat er toch even anders aan toe. Je bedient het roer van een schip en dan stuur jij het schip in de richting die je wil. Maar let op want als je naar rechts stuurt gaat hij ook naar rechts en als je naar links stuurt gaat hij ook echt naar links (anders dan bij de buitenboordmotor dus). Het is goed om te weten dat een stuurwiel op twee manieren verbonden kan zijn met een roer, namelijk via de stuurkabels of via een hydraulische pomp

 

Elektrotechniek

De stroomvoorziening aan boord wordt verzorgd door accu’s. Bij de kleinere schepen heb je vaak de 12 Volt accu’s en bij grotere schepen de 24 Volt accu’s. Hiermee kunnen motoren worden gestart en apparaten aan boord kunnen zo functioneren. Interessant om te weten is dat accu’s op twee manieren geschakeld kunnen worden, namelijk parallelschakeling en serieschakeling. 

  • Parallelschakeling wil zeggen dat jij de + van twee 12 Volt accu’s moet verbinden met elkaar. Maar de – moet je ook met elkaar verbinden. Hierdoor blijft de spanning 12 Volt, alleen heb je zo wel dubbel zo lang stroom dan een gewone accu. 
  • Serieschakeling wil zeggen dat je twee 12 Volt accu’s aan elkaar kunt verbinden door de + van de ene accu te verbinden met de – van de andere accu. Hierdoor wordt de spanning 24 Volt. 


Bij een accu wordt de capaciteit om stroom te leveren uitgedrukt in Ampère uur (Ah). Als het een accu betreft van 60 Ah dan levert deze dus vanzelfsprekend meer stroom dan een accu van bijvoorbeeld 30 Ah. Wil jij stroom overbrengen vanuit de accu naar een apparaat, dan moet je er wel voor zorgen dat jij over de juiste kabels beschikt.  

 

Controleren bij het varen

Als je gaat varen moet je aan veel dingen denken, zo ook aan de techniek. Je moet veel controleren voordat je gaat varen, maar ook tijdens en na het varen. Maar waar moet je aan denken voordat je gaat varen? We hebben het voor je op een rijtje gezet:

  • Controleer het smeeroliesysteem altijd voordat je gaat varen. Je moet daarbij goed kijken of dat er genoeg olie in het carter aanwezig is kijk ook of dat de oliedruk niet te laag is. Een oliefilter moet ook goed werken. 
  • Ga na of dat de koelwaterkraan open staat, maar let er ook direct op of dat het wierfilter schoon is voordat je gaat varen. Kijk ook na of dat er genoeg koelwatervloeistof in het carter aanwezig is. 
  • Je moet je brandstofsysteem goed controleren en dan nagaan of dat het brandstoffilter goed werkt en of dat er genoeg brandstof aanwezig is in de tank.  
  • Je moet nagaan of dat de V-snaar strak genoeg zit en dus gespannen is en deze mag niet slippen. 
  • Kijk goed of dat het laadcontrole lampje van de dynamo goed brandt.
  • Als je een schip hebt met een ingebouwde motor dan moet je nagaan of dat het luchtfilter wel genoeg zuurstof in het motorruim laat komen.
  • Ga altijd even na of dat het roer goed reageert op het stuurwiel. 
  • Controleer nog even of dat alle accu’s vol zijn en goed zijn opgeladen. 

 

Tijdens het varen moet je ook het een en ander blijven controleren, ook dat hebben we voor je op een rijtje gezet: 

  • Controleer de uitlaatgassen, je schip mag namelijk niet onnodig veel uitlaatgassen uitstoten. Let er hierbij op of dat zij de juiste kleur hebben (grijs is goed maar zwart is niet goed). 
  • Je moet controleren of dat er een waterstraal uit de motor komt, als dat zo is dan weet jij dat de waterpomp zijn werk doet.
  • Je moet de temperatuur van het koelwater in de gaten houden. 
  • Blijf de oliedruk op de meter in de gaten houden.

 

Direct na het varen moet je nog even wat controles uitvoeren, dan moet je namelijk de laadspanning van de accu’s controleren. Als ze opgeladen moeten worden, doe het dan direct zodat je het niet kunt vergeten. 

 

Het kan zijn dat je voor een langere tijd niet meer gaat varen en dan moet je je schip afmeren. Ook daarbij moet je het een en ander controleren:

  • Je moet om te beginnen nagaan of dat alle afsluiters goed dicht zijn. Als dat niet zo is dan kan er water in het schip stromen en dan kan het schip als gevolg zinken.
  • Ga na of dat er geen olie of water lekt in de motor.
  • Controleer of dat de binnengland lekt. Je moet hem dichtdraaien om te voorkomen dat hij gaat lekken en dus een lekkage kan veroorzaken.
  • De brandstofslangen moet je controleren en nagaan of dat deze niet lekken.
  • Let er goed op dat de gasflessen goed dicht zijn gedraaid.

 

Techniek oefenvragen

 

Oefenvraag 1: 

Een elektromotor heeft als voordeel

  • Dat er weinig onderhoud nodig is.
  • Dat deze meer vermogen heeft dan de andere motoren die er bestaan.
  • Dat hij veel geluid maakt.

 

Oefenvraag 2: 

Bij welk koelsysteem wordt er geen buitenwater gebruikt?

  • Een open koelsysteem
  • Een gesloten koelsysteem
  • Een gecombineerd koelsysteem

Oefenvraag 3: 

Wat doet een schroefas? 

  • Deze huist de schroefaskoker.
  • Brengt vermogen van de motor over naar de schroef zelf.
  • Voorkomt dat er water in de schroefaskoker kan komen. 

 

Oefenvraag 4: 

Moet de brandstof in de tank altijd schoon zijn voordat je gaat varen? 

  • Ja
  • Nee

 

Oefenvraag 5:

Op welke twee manieren kunnen accu’s worden geschakeld?  

 

Antwoorden oefenvragen

 

Antwoord oefenvraag 1: 

  • Dat er weinig onderhoud nodig is.

 

Antwoord oefenvraag 2: 

  • Een gesloten koelsysteem

 

Antwoord oefenvraag 3: 

  • Brengt vermogen van de motor over naar de schroef zelf.

 

Antwoord oefenvraag 4: 

  • Ja de brandstof in de tank moet altijd schoon zijn voordat je gaat varen.

 

Antwoord oefenvraag 5: 

  • Parallelschakeling en serieschakeling


Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het vaarbewijs? Doe dan de videocursus vaarbewijs  van turbovaarbewijs.nl . Met de online vaarbewijs cursus kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van het vaarbewijs onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert bij het CBR examen en je zult hoger scoren bij de verschillende onderdelen. Bekijk hieronder 👇 onze trainingspakketten.