Navigatie is een belangrijk onderdeel van het vaarbewijs 2 examen. Je hebt daarvoor een waterkaart nodig en daarom gaan we daar wat dieper op in middels deze blog. Je moet namelijk wel een aantal begrippen kennen om een waterkaart te kunnen lezen. We leggen je ook meer uit over hoe dat een waterkaart eruit ziet en welke soorten er zijn. Neem daarom vooral de tijd om alles rustig door te nemen en dan kun je het gebruiken als voorbereiding op je vaarbewijs examen. Maak ook genoeg oefenvragen van onze oefenexamens, zodat jij echt optimaal bent voorbereid over alles van de waterkaarten vaarbewijs 2.
Inhoudsopgave
Navigeren..
Voor je klein vaarbewijs 2 is het van belang dat je alles weet over navigeren. Je moet altijd weten waar dat je je bevindt. Door gebruik te maken van de lengte- en breedtecirkels kun jij je positie eenvoudiger vaststellen. De lengtecirkels worden ook wel meridianen genoemd en de breedtecirkels noemen we paralellen. Hoe bepaal je dan waar je bent? Daarvoor moet je kijken op welk meridiaan je bent en op welke parallel. Deze combinatie is dan jouw positie en binnen de scheepvaart wordt dat weergegeven middels coördinaten.
Zeemijlen en knopen
Je meet de afstand op zee in zeemijlen. Je moet daarvoor het volgende onthouden:
- 1 zeemijl is 1,852 km.
- 1 zeemijl is 1 minuut op de staande rand van een zeekaart.
- 1 knoop is 1 zeemijl per uur en dat is weer 1 minuut op de staande rand van een zeekaart.
- 1 knoop = 1,852 km/u.
Hoe meet je de snelheid?
De snelheid kan eigenlijk met twee instrumenten worden gemeten, namelijk met een log en met GPS. Bij een log gaat het over de snelheid waarmee een schip door het water loopt. Maar je meet ook hoeveel zeemijl je door het water af hebt gelegd. Met een GPS bepaal je de snelheid middels satellieten.
Soorten waterkaarten
Er bestaan verschillende soorten waterkaarten. Als je gaat navigeren dan moet je gebruik maken van een kaart. We bespreken een aantal soorten:
- Hydrografische zeekaarten: deze kaarten zijn uitgegeven door de Dienst der Hydrografie van de Koninklijke Marine. Het zijn officiële kaarten voor de Nederlandse kustwateren en ook voor de grote binnenwateren. De kaarten worden ook wel de 1800-serie genoemd. Ieder jaar wordt de versie van de 1800-serie voorzien van een update. Je kunt op de binnenkant van de omslag van iedere atlas zien tot welke datum de kaart is bijgewerkt.
- ANWB-waterkaarten: Bij de ANWB worden verschillende waterkaarten uitgegeven. Het zijn dan met name de kaarten voor de Nederlandse binnenwateren. Je vindt hierop ook de kleinere rivieren en meren. Je kunt de kaarten gewoon bij de ANWB winkel kopen of online. Let alleen wel goed op de verschillen van de tekens en de aanduidingen, want deze kunnen op deze waterkaarten anders zijn dan de 1800-serie.
- Stroomkaarten: De stroomatlas wordt uitgegeven door de Dienst der Hydrografie, net als de 1800-serie. Je vindt in de atlas een aantal stroomkaarten. Hierop vind je de stroomrichting en ook de stroomsnelheid van het water in het betreffende gebied op elk uur van de dag. Het wordt ook wel de HP33 genoemd. Je vindt in de stroomatlas ook nog getijtafels en die geven aan hoe hoog het hoogwater is en hoe laag het laagwater is op een bepaald moment op een bepaalde plek.
Hoe is een zeekaart ingericht?
Als je wil navigeren dan moet je de inrichting van de zeekaart kennen. Je moet altijd goed kijken naar de schaal van de waterkaart zodat je weet hoe gedetailleerd een waterkaart is. Gaat het over een waterkaart met de schaal 1 : 10.000 dan is dat veel gedetailleerder dan een kaart met de schaal van 1 : 50.000. 1 : 10.000 wil namelijk zeggen dat 1 cm op de kaart gelijk is aan 10.000 cm in de werkelijkheid (in het echt). Dit staat dan weer gelijk aan 1 cm op de kaart die gelijk is aan 100 meter in de werkelijkheid. Aan de hand van de schaal kun jij de afstand op een waterkaart schatten.
Naast de schaal moet je ook de kaarttekens kennen. Er zijn een aantal kaarttekens van de legenda van de 1800-serie die je moet leren. Het gaat hierbij over kleine symbolen op de waterkaart die belangrijke informatie geven over een situatie in het water. Het kunnen kaarttekens zijn die gaan over bebouwing en herkenbare objecten, de haven, gebieden en grenzen, getijden en stromen, betonning en bakens, waterbouwkundige werken, lichten en mistseinen, dieptelijnen, meetopstellingen, wrakken, obstakels en andere gevaren over vaarwegen en routering.
Waterkaarten vaarbewijs 2 oefenvragen
Oefenvraag 1: Waar of niet waar? 1 zeemijl is 1,852 km.
Oefenvraag 2: Met welke instrumenten kun je de snelheid op het water meten?
Oefenvraag 3: Waarvoor staat de afkorting GPS?
Oefenvraag 4: Waarvoor zijn hydrografische zeekaarten bedoeld en door wie zijn ze uitgegeven?
Oefenvraag 5: 4 kopen is gelijk aan :
- 7,0 km.
- 6,7 km.
- 7,4 km.
Antwoorden oefenvragen
Antwoord oefenvraag 1:
Dit is waar, want 1 zeemijl is 1,852 km en 11 knoop = 1,852 km/u.
Antwoord oefenvraag 2
De snelheid kun je meten met een log en met GPS.
Antwoord oefenvraag 3
De afkorting GPS staat voor Global Positioning System.
Antwoord oefenvraag 4
Hydrografische zeekaarten zijn officiële kaarten voor de Nederlandse kustwateren en ook voor de grote binnenwateren. De kaarten zijn uitgegeven door de Dienst der Hydrografie van de Koninklijke Marine.
Antwoord oefenvraag 5
4 knopen is gelijk aan 7,4 km want 4 x 1,852 is 7,4 km.
Nog meer oefenen?
Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het vaarbewijs? Doe dan de vaarbewijs cursus van Turbo Vaarbewijs. Met de vaarbewijs cursus kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van het vaarbewijs onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert bij het CBR examen en je zult hoger scoren bij de verschillende onderdelen. Bekijk hieronder 👇 onze trainingspakketten.