Wat is aankomen (varen)

Aankomen (varen)

Binnen de scheepvaart wil de term aankomen zeggen het naderen van de aanlegplaats. Je gaat dan je schip afmeren op de aanlegplaats die je hebt uitgekozen. Je moet hierbij wel altijd rekening houden met de stroming en met de wind. Er zijn dan vier situaties waarin een onderscheid wordt gemaakt met aankomen:

1. Aan hogerwal
2. Aan lagerwal
3. Met wind of stroming naar voren
4. Met wind of stroming naar achteren

Aankomen aan hogerwal

Dit is best een lastige situatie als je gaat aankomen en afmeren aan hogerwal, wat moet je dan doen?

1. Je moet allereerst de kade naderen onder de hoek van 45 graden.
2. Je gaat de voorspring vastmaken.
3. Je gaat dan de motor in de vooruit zetten en dan stuur je van wal af. Het gevolg is dan dat het achterschip naar de wal wordt gedraaid.
4. Ligt je schip dan evenwijdig aan wal, dan maak je de andere lijnen vast.

Lagerwal

Je wordt bij lagerwal door de wind naar de kade toe geblazen dus wat doe je dan?

1. Je legt je schip evenwijdig aan de kade stil.
2. Dan bevestig je alle stootwillen aan de lagerwalzijde.
3. Je laat je dan door de wind vanzelf naar de kade toeblazen.
4. Ligt je schip dan tegen de kade dan maak je gewoon alle lijnen vast.

Met wind of stroming naar voren

Als je wil aanmeren met de wind of stroming naar voren dan doe je het volgende:

1. Je nadert de kade eerst onder de hoek van 45 graden.
2. Je bevestigt dan de stootwillen aan de kant waar je wil afmeren.
3. De stroming zal je schip naar achteren duwen. Als je de stroom wil doodvaren dan doe je dat door een klein beetje gas vooruit te geven en dan even hard vooruit te varen wanneer de stroom tegen stroomt. Zo lig je dan stil ten opzichte van de kade.
4. Je maakt nu de voortros vast en dan zet jij de motor uit. Het achterschip gaat dan door de stroming in het water naar achteren toe en naar de kade.
5. Je maakt alle andere lijnen nog vast.

Met wind of stroming naar achteren

Je gaat het volgende doen:

1. Je bevestigt eerst de stootwillen aan de kant waar je wil afmeren.
2. Je vaart dan dicht langs de kade.
3. Je vaart dan de stroom dood en dat doe je door een beetje gas achteruit te geven.
4. Je gaat de achtertros vastmaken en dan zet je de motor uit. Het voorschip zal naar voren bewegen, naar de kade toe, puur door de stroming in het water.

Je maakt dan alle lijnen vast en klaar!

Nog meer oefenen?

Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het vaarbewijs? Doe dan de vaarbewijs cursus van Turbo Vaarbewijs. Met de vaarbewijs cursus kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van het vaarbewijs onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert bij het CBR examen en je zult hoger scoren bij de verschillende onderdelen. Bekijk hieronder 👇 onze trainingspakketten.