Meteorologie en varen

 Als je gaat varen dan ben je van veel factoren afhankelijk. Het weer speelt hierin een belangrijke rol. Als het hard waait of stormt en er zijn hoge golven, dan moet je je maar eens afvragen of het wel verstandig is om te gaan varen. Maar als je wil zeilen dan is te weinig wind ook weer niet goed om het water op te gaan. De belangrijkste aspecten op het gebied van meteorologie worden in dit artikel besproken. Het weer heeft invloed of je kunt varen, hoe je moet varen en waar je aan moet denken als je het water op gaat, dit moet je weten voordat je op gaat voor je vaarbewijs. Je moet namelijk goed in kunnen schatten welke handelingen je moet verrichten als het bijvoorbeeld ineens heel hard waait en je bent op het water. Lees je daarom goed in en kom hier meer te weten over bijvoorbeeld de luchtdruk, de wind, windwaarschuwingen en de schaal van Beaufort. Aan het einde van dit artikel vind je nog een aantal oefenvragen (en antwoorden) en dan kun je kijken of dat jij de informatie rondom het thema meteorologie al beheerst. Veel succes!

Inhoudsopgave

 

Luchtdruk en varen

Als het over luchtdruk gaat dan wil dat zeggen het gewicht van de lucht. Torricelli heeft in de 17e eeuw namelijk bewezen dat lucht ook gewicht heeft en deze kan gemeten worden in hectopascal (hPa). Doordat de luchtdruk niet overal hetzelfde is, zorgt dat voor veranderingen in het weer en dat heeft dus ook invloed op het varen. Zelf kun jij de luchtdruk aflezen op de barometer. In Nederland is de gemiddelde luchtdruk 1013 hPa.

Je hebt vast wel eens een weerkaart gezien en daarop staan verschillende lijnen tussen de punten die een gelijke luchtdruk hebben. Dit noemen we ook wel isobaren of isobar. Je moet dan goed kijken naar hoe dicht dat de lijnen bij elkaar liggen, want hoe dichter dat deze bij elkaar liggen hoe meer wind je mag verwachten als je gaat varen. Maar let op want als de isobaren erg ver uit elkaar liggen dan is er maar weinig wind.

Goed om te weten is dat de isobaren zich altijd zullen bewegen rondom de kern van een luchtdrukgebied. Je hebt dan een hogedrukgebied, ook al wel aangeduid met de H, en dan is de luchtdruk dus relatief hoog en daarbij waait de wind rechtsom naar de kern van het H. Je hebt ook nog een lagedrukgebied aangeduid met de L en dan is de luchtdruk relatief laag en de wind waait dan linksom naar de kern van het L.

Wind

Doordat er verschil is in de luchtdruk tussen de isobaren krijg je te maken met wind, een stroming van lucht. Je moet hierbij weten dat de lucht altijd van een H naar het L stroomt. Dit gaat niet via een rechte lijn, als je je namelijk op het noordelijk halfrond bevindt dat zal je merken dat de wind een afwijking heeft naar rechts. Door de stroming van de lucht en de invloed van een drukgebied zal de wind een bepaalde kant op waaien. Bij de windrichting gaat het over een kompasrichting waar de wind dus vandaan komt.

Wat voor weer er op komst is kun je halen uit hoe de wind draait bijvoorbeeld en dat kan ook bij een stijgende of een dalende luchtdruk. Het kan zijn dat de wind tegen de wijzers van de klok in gaat draaien en dat is dan een krimpende wind en bij een ruimende wind zal de wind draaien met de wijzers van de klok mee, dan komt er stabiel weer aan.


Windwaarschuwingen

Als je gaat varen dan moet je het weer continu in de gaten houden. Als schipper ben je dan ook erg alert en kijk je goed naar de windwaarschuwingen en houd je ook eventuele mist en het weeralarm goed in de gaten. Er worden door het KNMI windwaarschuwingen afgegeven vanaf windkracht 6 op de schaal van Beaufort.

Als er sprake is van extreem weer dan wordt er door het KNMI een weeralarm afgegeven en dat kan dan code geel, oranje of rood zijn. Maar als je op het water bent dan kan er ook mist optreden en dat kan zorgen voor slecht zicht. Bij slecht zicht varen is het niet altijd ideaal om alles goed te overzien en daarom moet je je zelf goed zichtbaar maken op het water. Slecht zicht wil zeggen dat je door de mist minder dan één km kunt zien.

Schaal van Beaufort

Middels de schaal van Beaufort wordt de windkracht aangegeven. We hebben een overzicht gemaakt voor je met de windkracht en de gehanteerde omschrijving en hoe de zeegang er dan uitziet:

Beaufort

Omschrijving

Zeegang

Beaufort 0

het is dan windstil

de zeegang is dan spiegelglad

Beaufort 1

het is dan zwakke wind

de zeegang bestaat uit kleine golfjes, geschubd wateroppervlakte

Beaufort 2

het is dan zwakke wind

de zeegang bestaat uit kleine, korte golfjes

Beaufort 3

het is dan matige wind

de zeegang bestaat uit kleine golven met hier en daar schuimkoppen

Beaufort 4

het is dan matige wind

de zeegang bestaat uit langere golven met veel schuimkoppen

Beaufort 5

het is dan een vrij krachtige wind

de zeegang bestaat uit matige golven en overal schuimkoppen

Beaufort 6

het is dan een krachtige wind

de zeegang bestaat uit grotere golven, schuimplekken en opwaaiend schuim

Beaufort 7

het is dan een harde wind

de zeegang bestaat uit hogere golven en schuimstrepen

Beaufort 8

het is dan een stormachtige wind

de zeegang bestaat uit hoge golven en veel schuimstrepen

Beaufort 9

er is dan sprake van storm

de zeegang bestaat uit hoge, rollende golven en schuimvlagen

Beaufort 10

het is dan een zware storm

de zeegang bestaat uit zeer hoge golven en witte zee vanwege het schuim

Beaufort 11

het is dan een zeer zware storm

de zeegang bestaat uit extreem hoge golven, er is sprake van een witte zee vanwege het schuim en zeer slecht zicht

Beaufort 12

het is dan een orkaan

de zeegang bestaat uit extreem hoge golven, witte zee vanwege het schuim en bijna geen zicht meer

Meteorologie oefenvragen

Oefenvraag 1: Vanaf wanneer geeft het KNMI windwaarschuwingen af?

  1. Vanaf windkracht 2
  2. Vanaf windkracht 6
  3. Vanaf windkracht 9

Oefenvraag 2: Als de isobaren dicht bij elkaar liggen dan?

  1. Komt er weinig wind
  2. Komt er veel regen
  3. Is er harde wind

Oefenvraag 3: Als de luchtdruk daalt wat wil dat dan zeggen voor het weer?

  1. De kans is groot dat het weer gaat verslechteren.
  2. De kans is groot dat het weer gaat verbeteren.
  3. De luchtdruk die daalt heeft geen invloed op het weer.

Oefenvraag 4: Welke zeegang heb je bij windkracht 8 volgens de schaal van Beaufort?

  1. Kleine en korte golfjes.
  2. Hoge golven en dan nog veel schuimstrepen.
  3. Hoge en rollende golven en dan nog schuimvlagen.

Oefenvraag 5: Hoe wordt luchtdruk gemeten?

Antwoorden oefenvragen

Antwoord oefenvraag 1:

Vanaf windkracht 6 op de schaal van Beaufort geeft het KNMI windwaarschuwingen af.

Antwoord oefenvraag 2

Als de isobaren dicht bij elkaar liggen dan komt er harde wind.

Antwoord oefenvraag 3

Als de luchtdruk daalt is de kans groot dat het weer gaat verslechteren.

Antwoord oefenvraag 4

De zeegang die je hebt bij windkracht 8 volgens de schaal van Beaufort zijn hoge golven en veel schuimstrepen.

Antwoord oefenvraag 5

Luchtdruk wordt gemeten in hectopascal.

Nog meer oefenen?

Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het vaarbewijs? Doe dan de vaarbewijs cursus van Turbo Vaarbewijs. Met de vaarbewijs cursus kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van het vaarbewijs onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert bij het CBR examen en je zult hoger scoren bij de verschillende onderdelen. Bekijk hieronder 👇 onze trainingspakketten.