Wat is luchtdruk

Luchtdruk

Luchtdruk is het gewicht van lucht en kan gemeten worden in hpa (hectopascal). Op een barometer kun je bijvoorbeeld de luchtdruk zelf aflezen. Als er sprake is van verschillende binnen de luchtdruk, dan gaat dat zorgen voor veranderingen in het weer. Je zou eens kunnen kijken op een weerkaart, dan zie je altijd lijnen staan tussen de punten met een gelijke luchtdruk. De lijnen noemen we ook wel isobaren. Let hierbij goed op want hoe dichter de lijnen bij elkaar liggen, des te meer wind er wordt verwacht. Als de isobaren dan vrij ver uit elkaar liggen, dan is er sprake van weinig wind.

Rond de kern van een luchtdrukgebied bewegen de isobaren zich voort. Als er sprake is van een hogedrukgebied, ook wel afgekort als H, dan wil dat zeggen dat de luchtdruk relatief hoog is en dan waait de wind ook rechtsom naar de kern van het hogedrukgebied. Als je dan een lagedrukgebied hebt, afgekort als L, dan is er sprake van een relatief lage luchtdruk en dan waait de wind linksom naar de kern van het betreffende lagedrukgebied. Als de luchtdruk gaat veranderen, dan komen er dus weersveranderingen aan. Dit dien je daarom ook goed te weten als je gaat varen, want je moet inspelen op het weer wat er aan zit te komen. Als bijvoorbeeld de luchtdruk daalt, dan wil dat zeggen dat er slecht weer aankomt. Maar stijgt de luchtdruk? Dan kom er mooi en rustig weer aan.

 Meer over luchtdruk

Bij luchtdruk gaat het over de druk die door de lucht wordt uitgeoefend op voorwerpen, maar dit kan ook zijn op vloeistoffen en gassen. Lucht staat altijd onder invloed van zwaartekracht van de aarde. Het heeft daarom ook gewicht. Goed om te weten is dat de luchtdruk in alle richtingen kan werken. Bij een weerbericht geven ze de luchtdruk weer in millibar en momenteel in hPa, hectopascal.

Met een barometer kan de luchtdruk worden gemeten. Er bestaan verschillende druksystemen, zoals:

1. Lagedrukgebied, hierbij vormen de isobaren gesloten lijnen rondom de kern van een lage druk.
2. Hogedrukgebied, hierbij is kenmerkend dat de kern in de gesloten isobaren een relatief hoge druk heeft.
3. Zadelgebied, dit is het overgangsgebied op een kruising van twee hogedrukgebieden en ook van twee lagedrukgebieden.
4. Trog, dit is een langgerekt gebied en heeft een lage luchtdruk, maar ook nog een uitloper van een lagedrukgebied. Vaak is het zo dat de afstand tussen de isobaren maar klein is, en dan is het gevolg dat er hoge windsnelheden zijn.
5. Vore, dit is een trog en dan is de afstand tussen isobaren erg groot. Er is dan weinig wind en meestal wordt het ook wel trog genoemd omdat de term vore niet veel meer wordt gebruikt.
6. Als laatste kan er nog sprake zijn van een rug, en dat is een deel van een hogedrukgebied dat de vorm heeft van een V. Hier is de afstand van de isobaren meestal het grootst.

Nog meer oefenen?

Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het vaarbewijs? Doe dan de vaarbewijs cursus van Turbo Vaarbewijs. Met de vaarbewijs cursus kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van het vaarbewijs onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert bij het CBR examen en je zult hoger scoren bij de verschillende onderdelen. Bekijk hieronder 👇 onze trainingspakketten.