Als je binnenkort je vaarbewijs 2 examen gaat doen, dan is het goed dat je alles weet over peilingen. Dit is namelijk een belangrijk onderdeel van het vaarbewijs examen. Zo komen onderwerpen als peiling en koersformule, peiling doen, peilfouten en gegist bestek aan bod. Middels deze blog geven wij je hier meer informatie over en krijg je een aantal oefenvragen (en antwoorden) over dit onderwerp. Zo kun je nagaan of je de stof al beheerst of dat je nog even wat meer tijd eraan moet besteden. Lees alles op je gemak door, dan kun je ook oefenexamens maken en als je je vaarbewijs nodig hebt, ben jij er klaar voor! Hopelijk slaag je dan in één keer omdat je je zo goed hebt voorbereid, succes!
Inhoudsopgave
Hoe doe je een peiling?
Je gaat een peiling doen door je positie vast te stellen ten opzichte van twee bekende objecten op de wal of op het water welke je dan vanaf je schip kunt zien. Allereerst ga je twee objecten zoeken die je op je zeekaart ook kunt zien. Het beste kunnen er dan twee objecten gekozen worden die elkaar onder een hoek van ongeveer 90 graden snijden. Ben je er wel van bewust dat het peilen iedere keer weer een momentopname is. Je hoeft geen rekening te houden met de wind en stroming want die spelen hierin geen enkele rol. Als je een peil gaat doen dan moet je wel een zeekaart gebruiken en je gebruikt vaak ook nog het stuurkompas van het schip. Dit wil zeggen dat je met deviatie en variatie wel rekening moet houden.
Let op met deviatie
Bij de deviatie van peilingen moet je goed opletten. De deviatie is ook hierbij namelijk afhankelijk van de koers van een schip en dus NIET van de peilrichting. Als je vaarbewijs examen doet, dan moet je goed lezen wat er staat. Mocht er staan dat er een peiling gedaan wordt met een handpeilkompas, dan moet je weten dat er dan GEEN sprake is van deviatie en dat komt door het scheepsmagnetisme, ook is er dan GEEN variatie waar je rekening mee hoeft te houden.
Je bepaalt de positie van de twee objecten die je hebt gekozen met een kompas. Als je een goede peiling wil doen, dan moet jij een kompaspeiling corrigeren voor deviatie en variatie. Daarvoor kan een kortere variant van de koersformule worden gebruikt. Belangrijke termen die je dan moet weten zijn:
- Kompaspeiling, afgekort als KP. Het gaat dan over de richting van het gekozen object volgens een stuurkompas.
- Deviatie, afgekort als dev. Dit is de afwijking van de kompaspeiling en die wordt veroorzaakt door scheepsmagnetisme van de stalen romp van het betreffende schip.
- Magnetische peiling, afgekort als MP. Dit is de richting van de kompaspeiling maar dan gecorrigeerd voor de afwijking welke door deviatie wordt veroorzaakt.
- Variatie, afgekort als var. Het gaat hierbij over het verschil tussen het magnetische noorden welke het kompas laat zien en het ware noorden op je zeekaart.
- Ware peiling, afgekort als WP. Dit is de richting van een gekozen object, maar dan gecorrigeerd voor deviatie en variatie.
De peilformule die dan gehanteerd wordt is KP + dev = MP + var = WP.
Je kunt ook de ware peiling doen met een mistwijzing: KP + mistwijzing = WP.
Het doen van een peiling
Als je een peiling gaat doen, dan kun je je positie bepalen. Hoe ga je een peiling doen? Dit leggen we je stapsgewijs uit:
- Je moet om te beginnen twee herkenningspunten kiezen die je ziet en dan bepaal je met je kompas de richting van ieder object. Het beste kun je twee objecten kiezen die ongeveer een hoek van 90 graden ten opzichte van elkaar hebben.
- Dan ga jij de variatie en deviatie bepalen. De deviatie hangt af van de kompaskoers van je schip. Gebruik je een handpeilkompas dan is er geen deviatie.
- Je schrijft de peilformule op en dan vul je van elk object de formule in.
- Nu ga je in de richting van de twee objecten een lijn tekenen op de zeekaart die gelijk is aan de richting van de ware peiling per object.
- Er is dan een punt waar dat de lijnen elkaar kruisen en dat is dan jouw positie. Dan kun je de coördinaten van dat snijpunt berekenen.
Wat zijn peilfouten?
Het is mogelijk dat je tijdens het peilen een aantal gegevens door elkaar gaat halen of dat je de verkeerde gegevens gebruikt voor je formule en dan gaat het helemaal mis. Houd er dan ook rekening mee dat jij de juiste gegevens gebruikt op je examen tijdens het doen van een peiling.
Gegist bestek
Je kunt een gegist bestek bijhouden als je meerdere periodieke peilingen doet, maar ook door het berekenen en bijhouden van een Grk of BWK lijn op de zeekaart en het periodiek vaststellen van de logstand. Het gaat dan over een ruwe schatting van de door jou afgelegde route in het water.
Peilingen oefenvragen
Oefenvraag 1: Hoe noem je een ruwe schatting van de door jou afgelegde route in het water?
Oefenvraag 2: Hoe ziet de peilformule eruit?
Oefenvraag 3: Waar doe je een peiling?
Antwoorden oefenvragen
Antwoord oefenvraag 1:
Een ruwe schatting van de door jou afgelegde route in het water heet gegist bestek.
Antwoord oefenvraag 2
De peilformule die dan gehanteerd wordt is KP + dev = MP + var = WP
Antwoord oefenvraag 3
Je gaat een peiling doen door je positie vast te stellen ten opzichte van twee bekende objecten op de wal of op het water welke je dan vanaf je schip kunt zien.
Nog meer oefenen?
Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het vaarbewijs? Doe dan de vaarbewijs cursus van Turbo Vaarbewijs. Met de vaarbewijs cursus kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van het vaarbewijs onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert bij het CBR examen en je zult hoger scoren bij de verschillende onderdelen. Bekijk hieronder 👇 onze trainingspakketten.