Springtij en doodtij
Wanneer dat je gaat varen is de invloed van de maan ook erg groot, dat heeft namelijk te maken met springtij en doodtij. De zon heeft hier echter ook invloed op en als de zon en de maan in elkaars verlengde staan, ten opzichte van de aarde, dan wil dat zeggen dat ze nog meer water aan zullen trekken. Het vindt plaats bij nieuwe maan en bij volle maan en dat heet dan springtij. Bij het varen moet je hier ook alles van weten en ook wat de gevolgen zijn. Daarom besteden we hier aandacht aan springtij en doodtij en krijg je aan het einde van dit artikel nog een aantal oefenvragen zodat jij na kunt gaan of je de stof beheerst (of nog even verder moet leren. Dus binnenkort je vaarbewijs nodig? Voordat je op examen gaat moet je eerst meer te weten komen over springtij en doodtij.
Inhoudsopgave
Wanneer is het springtij?
Het is ongeveer twee keer per maand springtij. Als er over hoogwater gesproken wordt, dan wil dat zeggen dat het water extra hoog staat dus veel hoger dan normaal. Dan noemen we dat hoogwater springtij. Bij laagwater staat het water extra laag en dat is laagwater springtij. Als je volle maan of nieuwe maan hebt en dan zeven dagen later dan is het een mooi natuurverschijnsel want dan staan de maan en de zon haaks op elkaar. Hierdoor de krachten van de zon en de maan elkaar tegen. Dit is ook wel bekend onder de naam doodtij. Bij het hoogwater zal het water niet zoveel stijgen en bij laagwater zakt het niet zoveel.
Variaties springtij en doodtij
Springtij en doodtij kunnen in sterkte variëren. Dit heeft te maken met de elliptische vorm van de baan van de maan en de losse rotaties van de aarde en de maan en dan weer ten opzichte van elkaar. Er is nooit geen vast verband met seizoenen vastgesteld. Het is gewoon zo dat het altijd twee dagen na de volle maan of twee dagen na nieuwe maan in Nederland sprake is van springtij.
Wat is getijdenverschil?
Je hebt het noordelijk en het zuidelijk halfrond. Een getij ontstaat op een zuidelijk halfrond. Er wordt hierbij dan een bepaalde golf gevormd en deze komt dan via de Atlantische Oceaan naar ons toe. Maar op het moment dat deze getijdegolf dan bij de Noordzee is aangekomen, heeft deze al heel wat km afgelegd. Het is dan ook nog bijzonder dat een getijdegolf Nederland kan bereiken vanuit Schotland (deze heeft de grootste invloed op ons eigen getij) en dan heb je nog via het Nauw van Calais (de straat van Dover).
Het is een 33 km smalle zeestraat en dan komt er heel veel zeewater vanuit de Atlantische Oceaan doorheen. Er komt dan een klein verschil aan bij de Nederlandse kust maar opmerkelijk is, dat er dan wel een getijdeverschil is van 12 meter aan de Normandische kust en ook aan de Zuid-Engelse kust.
Bij Den Helder en Texel is het getij maar ongeveer een meter. Dit komt door de geografische invloeden, zoals de draaiing van de aarde bijvoorbeeld. Als je naar Vlissingen zou gaan dan is daar het verschil toch wel vier meter gemiddeld.
Meer over springtij
Bij springtij is het verschil tussen hoogwater en laagwater het grootste. Dit wil in de praktijk dus zeggen dat vloed hoger is dan gemiddeld en dan eb dan ook lager uitpakt dan gemiddeld wordt waargenomen. Het is het tegenovergestelde van doodtij.
Terug in de tijd..
Als we even terug in de tijd gaan naar het jaar 1953, toen op 1 februari de watersnoodramp was in het zuidwesten van Nederland plaatsvond. Dit is veroorzaakt door een stormvloed. Dit was het gevolg van een diep lagedrukgebied en het ging ook nog eens samen met een hele zware noordwesterstorm (samen met springtij).
Meer over doodtij
Het gaat bij doodtij om de periode waarbij het verschil tussen hoogwater en laagwater minimaal is. Dit wil dus zeggen dat het hoogwater minder hoog is dan normaal gesproken (gemiddeld) en laagwater is dan ook veel lager dan gemiddeld. Dit is dan ook het tegenovergestelde van springtij.
Wil je graag kijken of je alles over springtij en doodtij weet? Dan kun jij de oefenvragen hieronder maken.
Springtij en doodtij oefenvragen
Oefenvraag 1: Hoeveel keer per maand is er sprake van springtij?
- 1 keer per maand
- 2 keer per maand
- Wisselt per maand
Oefenvraag 2: Waar of niet waar, springtij en doodtij kunnen in sterkte variëren.
- Waar
- Niet waar
Oefenvraag 3: Als het verschil tussen hoog- en laagwater het grootste is noemen we dat:
- Springtij
- doodtij
Oefenvraag 4: In 1953 vond de watersnoodramp plaats, waar is deze door veroorzaakt?
Antwoorden oefenvragen
Antwoord oefenvraag 1:
Het is twee keer per maand springtij.
Antwoord oefenvraag 2
Dit is waar, springtij en doodtij kunnen in sterkte variëren.
Antwoord oefenvraag 3
Als het verschil tussen hoog- en laagwater het grootste is noemen we dat springtij.
Antwoord oefenvraag 4
Op 1 februari 1953 vond de watersnoodramp plaats in het zuidwesten van Nederland. Het is veroorzaakt door een stormvloed als gevolg van een diep lagedrukgebied wat ook samen ging met een zware noordwesterstorm (samen met springtij).
Nog meer oefenen?
Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het vaarbewijs? Doe dan de vaarbewijs cursus van Turbo Vaarbewijs. Met de vaarbewijs cursus kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van het vaarbewijs onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert bij het CBR examen en je zult hoger scoren bij de verschillende onderdelen. Bekijk hieronder 👇 onze trainingspakketten.