18 oktober 2022 

Vaarregels zeilen

Vaarregels zeilen

Als je gaat varen dan is het van groot belang dat je alle vaarregels zeilen goed kent. Hoe kun je bijvoorbeeld met een zeilboot tegen de wind in varen? Waar moet je op letten met zeilen? Welke vaarregels zeilen zijn er allemaal en welke uitrusting moet je aan boord hebben als je gaat zeilen? Veel informatie, maar wij bereiden je hier graag op voor. Met dit artikel worden deze en andere vragen dan ook uitgebreid beantwoord. Aan het einde van dit artikel vind je nog oefenvragen over vaarregels zeilen en dan kun je kijken of je alle informatie goed beheerst of dat je nog even moet oefenen voordat je op gaat voor je vaarbewijs.

Inhoudsopgave

 

Tegen de wind in varen

Veel mensen weten het niet of begrijpen het niet goed, maar met een zeilboot kun jij tegen de wind in varen. Toch leggen wij het je graag uit en daarvoor gaan we ons ook verdiepen in natuurkundige verschijnselen. Bij wind wordt er lucht verplaatst. Lucht wordt gezien als een gas en bestaat uit allerlei moleculen. Je zou kunnen zeggen dat de moleculen allemaal losse bolletjes zijn en die bewegen. Als er veel bolletjes in een gebied zijn, dan is de lucht daar zwaarder. Dus er kan gezegd worden dat hoe minder bolletjes hoe lichter de lucht is. Op het moment dat er veel bolletjes zijn in gebieden dan geldt daar een hoge druk en als er weinig bolletjes zijn dan is er sprake van een lage druk.

 

Voor de wind zeilen

Als je denkt aan voor de wind zeilen, dan kan dat vergeleken worden je eigen jas die je uit gaat vouwen als je op de fiets bent. Komt de wind dan van achteren, dan vouw jij je zeil zoveel als mogelijk uit. Je hebt hierdoor dan een zo groot mogelijk oppervlak. Je vangt dan zoveel als mogelijk ‘bolletjes’ op die dan tegen het zeil aan zullen waaien. Ze hebben veel massa en snelheid en daardoor zal het zeil en ook de boot naar voren bewegen. Je kunt dus niet sneller varen dan de windsnelheid.

Aan de wind zeilen

Ga je aan de wind zeilen, dan wil dat zeggen dat de wind hierbij van voren komt. Je ziet dat er sprake is van bolling van je zeil. Hierdoor worden de luchtdeeltjes aan de lijzijde van een zeil komen gedwongen om een langere afstand af te moeten leggen (in vergelijking met de luchtdeeltjes vanaf de loefzijde).

Hoge druk en lage druk bij een zeil

De bolletjes die zich in een hoge druk bevinden hebben altijd de neiging om naar een lagedrukgebied te gaan. Het wil in de praktijk zeggen dat ze dus meer kracht uit kunnen oefenen en dat veroorzaakt dan een drukverschil en dit staat dan weer loodrecht op je zeil. Een zeil staat een klein beetje scheef, de richting van kracht is dan schuin naar voren.

 

Zeil en krachten

Je hebt een bepaalde kracht van een drukverschil welke schuin naar voren gaat. Dit kan op worden gedeeld in zijwaartse en voorwaartse kracht. Wanneer we het hebben over de zijwaartse kracht dan kan er gezegd worden dat deze ervoor zal zorgen dat de boot schuin gaat en er treedt dat een drift op. Je hebt ook nog de voorwaartse kracht en dat zorgt er dan weer voor dat je vooruit zal gaan met je boot. Ook wanneer dat de wind van voren komt.

Belangrijkste vaarregels zeilen op het water

Ere gelden een groot aantal vaarregels op het water voor iedereen die zich er bevindt. De vaarregels zeilen moet je dan ook goed kennen en hier ook naar handelen. De belangrijkste vaarregels hebben we voor je op een rijtje gezet:

  • Je moet op het vaarwater zoveel als mogelijk stuurboordwal (dus de rechterkant) aanhouden.
  • Let er goed op dat je het midden van de drukke vaarroutes vrij blijft houden voor grote schepen. Je moet hier dus niet gaan drijven of voor anker gaan liggen.
  • Laat met je eigen zeilboot goed zien welke koers je vaart.
  • Je moet anderen om je heen goed de ruimte geven, en zij jou natuurlijk ook.
  • Houd altijd rekening met de omgeving en de situatie(s) die zich er voordoet. Daarom moet je je snelheid en koers altijd aanpassen bijvoorbeeld als je voorrang gaat verlenen een de andere boot op het vaarwater.
  • Je moet om je heen goed zicht hebben en ook regelmatig achterom kijken om na te gaan of alles in orde is om je heen.
  • Navigatieverlichting is van belang en iedereen op het vaarwater moet de juiste verlichting voeren.
  • Blijf altijd alert op de mogelijke zuiging van een schip of een hinderlijke golfslag en weet hoe dat je dan moet handelen.
  • Je mag alleen maar ankeren waar het veilig is en dat wil zeggen dat je dat NIET mag doen midden op het vaarwater, bij bruggen en sluizen moet je dat ook niet doen, en zeker niet in de buurt van werkschepen.
  • Als je in het water gele of zwarte vlaggetjes ziet blijf er dan goed uit de buurt want daar kunnen zich visnetten bevinden.

Wie heeft voorrang bij zeilen?

Er gelden verschillende regels wie dat er voorrang heeft bij het zeilen, daarover nu meer.

  • Een kleine motorschip tot 20 meter zal altijd voorrang moeten verlenen aan een klein zeilend schip tot 20 meter (of aan een roeiboot), wanneer dat de koersen kruisen en geen van beide schepen vaart aan stuurboordwal. Maar let op want een groot motorschip of een groot zeilschip moet voorrang verlenen in deze situatie aan een schip welke zal naderen van stuurboord.
  • Als een klein zeilschip een zeil over bakboord heeft, dan heeft deze voorrang op een klein zeilschip welke een zeil over stuurboord heeft. Het kan zijn dat zij met het zeil over dezelfde boeg varen en dan moet een loefwaarts schip voorrang verlenen aan een lijwaarts schip.


Kleine zeilschepen onderling

Er zijn verschillende vaarregels zeilen, je hebt dan ook de speciale voorrangsregels voor kleine zeilschepen onderling. Er kunnen zich dan drie situaties voordoen die we nu toelichten.

Stuurboord moet wijken voor bakboord

Op het moment dat zeilschepen de zeilen aan verschillende zijden van een schip hebben staan geldt stuurboord wijkt voor bakboord. Het uitwijken moet gedaan worden door achterlangs het andere schip te gaan (vanwege de veiligheid).

Loef moet wijken voor lij

Als de zeilschepen de zeilen aan dezelfde kant hebben dan geldt er loef moet wijken voor lij, maar hoe ziet dat precies? Als een schip niet kan uitwijken door achterlangs het andere schip te varen, dan wordt er gekozen om voor een ander schip te gaan liggen (je gaat dan een evenwijdige koers varen). Dit wordt dan gedaan tot het andere schip is gepasseerd. Het schip dat de plicht had van uitwijken gaat na het uitvoeren weer terug op zijn oude koers met varen.

 

Oploper moet wijken

Het kan zijn dat beide zeilschepen aan dezelfde zijde varen en allebei dichtbij de oorsprong van de wind zijn. Stel dat het bovenste schip dan harder vaart, dan wordt het andere schip opgelopen. Het gevolg is dat de oploper gaat wijken. Een ander schip moet dan meewerken en van koers veranderen. Mocht het nou gebeuren dat een zeilschip een ander schip oploopt, dan moet dat bij voorkeur via de loefzijde van een schip worden gedaan. Het voordeel is dat de oploper dan optimale wind heeft en sneller voorbij kan varen.

Het zijn de voorrangsregels die gelden voor kleine zeilschepen onderling en ook voor de grote zeilschepen onderling. Het wil dus zeggen dat een klein zeilschip moet wijken moet voor een groot zeilschip want dit is de hoofdregel. Kleine schepen wijken voor grote schepen.

Vaarregels zeilen oefenvragen

Oefenvraag 1: Welke kant moet je op het vaarwater zoveel als mogelijk aanhouden?

  • Stuurboordwal
  • Bakboordwal

Oefenvraag 2: Je mag overal ankeren waar je maar wilt. Is dit waar of niet waar?

Oefenvraag 3: Een groot zeilschip moet wijken voor een klein zeilschip, waar of niet waar?

Oefenvraag 4: Stuurboord moet wijken voor bakboord of bakboord moet wijken voor stuurboord?

Antwoorden oefenvragen

Antwoord oefenvraag 1:

Je moet op het vaarwater zoveel als mogelijk stuurboordwal (dus de rechterkant) aanhouden.

Antwoord oefenvraag 2

Niet waar, je mag alleen ankeren waar het is toegestaan en veilig is.

Antwoord oefenvraag 3

Nee, klein zeilschip moet wijken moet voor een groot zeilschip.

Antwoord oefenvraag 4

Stuurboord moet wijken voor bakboord.

Nog meer oefenen?

Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het vaarbewijs? Doe dan de vaarbewijs cursus van Turbo Vaarbewijs. Met de vaarbewijs cursus kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van het vaarbewijs onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert bij het CBR examen en je zult hoger scoren bij de verschillende onderdelen. Bekijk hieronder 👇 onze trainingspakketten.

vaarbewijs 1 cursus
€ 154,-
€ 97,-
  • Na de aankoop direct toegang
  • life time toegang
  • Onze klantenservice staat voor je klaar
  • Meer dan 361 tevreden klanten gingen u voor

(prijs zal binnenkort weer stijgen)

Twijfel je nog? Geen risico met onze 30 dagen 'niet goed-geld terug garantie'!

''Geweldig, de 12 valkuilen heeft mij heel ver geholpen tijdens het theorie examen voor mijn vaarbewijs. Het e-book geeft heel veel waardevolle informatie, wat heel nuttig zal zijn tijdens het halen van je vaarbewijs.'' 

- Arjen Vermeulen

''Het is me gelukt! Dankzij jouw trainingen heb ik eindelijk mijn vaarbewijs gehaald. Ik heb ook veel aan jouw e-book gehad, de valkuilen waren heel herkenbaar. Bedankt voor de informatie!''
Het pakket b die wij aanbieden om jezelf voor te bereiden op het vaarbewijs
- Marc Verbeek
''Ik heb eindelijk mijn vaarbewijs, ik heb heel veel aan jouw gratis e-book gehad, daar wil ik je voor bedanken. Ik heb gelukkig de valkuilen kunnen voorkomen, wat ook de bedoeling was!''
een foto van een man die een reactie heeft achter gelaten over ons e-book van vaarbewijs
- Joost Groenveld