Bij vaarbewijs 2 komt het onderdeel het bepalen van de koers aan bod en daar is van kaart naar kompas ook weer een onderdeel van. Je moet namelijk veilig op het water kunnen vaststellen waar je je bevindt, maar ook waar je naar toe moet. Daarbij komen termen als grondkoers en kompaskoers aan bod. Zorg dat jij hier alles over weet en goed bent voorbereid op je vaarbewijs examen. Heb jij je vaarbewijs snel nodig? Dan is het verstandig om de juiste vaarbewijs boeken in huis te halen en ook gebruik te maken van onze online vaarbewijs cursus. Hier kun je namelijk volop oefenen en veel oefenvragen en oefenexamens maken, zodat je nog beter bent voorbereid op hetgeen wat jou te wachten staat bij je vaarbewijs 2 examen.
Inhoudsopgave
Grondkoers naar kompaskoers
Bij de grondkoers gaat het over de koers die je op de kaart hebt getekend. Deze kun je vanaf je GPS aflezen, maar als jij de kompaskoers moet berekenen, dan moet je wat anders doen. Je moet dan namelijk terug rekenen naar de situatie zonder dat de grondkoers gecorrigeerd is voor deviatie, variatie, wind en stroom. Daarvoor gebruik je de volgende koersformule:
KK + dev = MK + var = WK + drift = BWK + stroom = GrK.
Rekenen met de koersformule
Het is van belang dat je op het examen met de koersformule kunt rekenen. Vaak krijg je een vraag waar bepaalde gegevens voor nodig zijn, deze krijg je dan en dan moet je iets wat mist oplossen. Je moet de gegevens die je dan hebt invullen in de koersformule. Je moet dan een antwoord kiezen uit de meerkeuzevragen waarvan jij denkt dat dit het juiste antwoord is. Maar voordat het zover is leggen we je nog even stapsgewijs uit hoe je kunt rekenen van de grondkoers naar de kompaskoers:
- Je tekent met je passer een cirkel en dan teken jij in de windroos de grondkoers en de invloed van de stroom en wind.
- Je moet als het nodig is de variatie afleiden uit de windroos op je zeekaart. Deviatie kun je afleiden uit de stuurtafel. Dan schrijf je alle gegevens op die je uit de windroos hebt gehaald en verder wat je uit de vraag hebt kunnen halen.
- Dan pak je de koersformule en deze schrijf je op.
- Dan zet je alle gegevens uit de vraag en de informatie uit de windroos om naar de koersformule. Je moet dan van rechts (GrK) naar links (KK) terug rekenen om zo de kompaskoers vast te kunnen stellen.
Zeekaart gebruiken en tekenen
Tijdens je vaarbewijs examen kun je ook vragen krijgen waarbij je de zeekaart moet gebruiken. Het gaat er dan om dat je middels een tekenconstructie het antwoord op de vraag kunt bepalen. Je kunt dan vragen krijgen over:
- Het bepalen van je positie middels een peiling.
- Een afwijking door de stroom die niet is aangegeven. Hierbij moet je dan middels een tekenconstructie de afwijking van de stroom kunnen berekenen en zo bepaal je dan de behouden ware koers (BWK).
- Het kan ook zijn dat de afwijking door de stroom niet aan is gegeven en dat jij je snelheid moet berekenen. Hierbij zal je dan aan de hand van een tekenconstructie de afwijking in de stroom moeten berekenen om zo de BWK te bepalen. Tevens moet je dan nog de snelheid die je vaart corrigeren voor de stroom.
- Wat ook nog kan zijn, is dat de afwijking door de stroom niet is gegeven en dat je de reistijd of de tijd van aankomst moet berekenen. Hoe doe je dit? Middels een tekenconstructie moet je de afwijking in de stroom berekenen om zo de BWK te bepalen. Dan moet je nog de snelheid die je vaart corrigeren voor de stroom en dan kun jij de vaarduur en de tijd van aankomst berekenen.
Kompaskoers en reistijd bepalen
Als jij de snelheid over de grond en ook je vertrek- en aankomstpunt weet, of hebt gekregen op het examen, dan kun jij de reistijd berekenen/bepalen. Je moet altijd voordat je je reistijd kunt bepalen eerst een tekenconstructie toepassen om je kompaskoers en je snelheid over de grond te berekenen (in beeld te brengen).
Tijd van aankomst berekenen
Het kan zijn dat je op je examen de tijd van aankomst moet berekenen. Daarbij wordt altijd de vertrektijd gegeven. Je moet hierbij wel altijd eerst middels een tekenconstructie de kompaskoers, de snelheid over de grond en je reistijd berekenen. Als je dit allemaal weet dan kun jij de tijd van aankomst bepalen. Dit doe je aan de hand van het volgende:
Vertrektijd + reistijd = tijd van aankomst
Van kaart naar kompas oefenvragen
Oefenvraag 1: Hoe kun jij de kompaskoers berekenen?
Oefenvraag 2: Hoe bereken je de tijd van aankomst?
Oefenvraag 3: Hoe kun jij de reistijd bepalen?
Antwoorden oefenvragen
Antwoord oefenvraag 1
De kompaskoers kun jij berekenen door terug te rekenen naar de situatie zonder dat de grondkoers is gecorrigeerd voor stroming, wind, variatie en deviatie. Je krijgt dan de koersformule: KK + dev = MK + var = WK + drift = BWK + stroom = GrK.
Antwoord oefenvraag 2
De tijd van aankomst bereken je als volgt: Vertrektijd + reistijd = tijd van aankomst.
Antwoord oefenvraag 3
Als je de reistijd moet bepalen, dan moet je daarvoor eerst de snelheid over de grond en je vertrek- en aankomstpunt weten.
Nog meer oefenen?
Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het vaarbewijs? Doe dan de vaarbewijs cursus van Turbo Vaarbewijs. Met de vaarbewijs cursus kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van het vaarbewijs onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert bij het CBR examen en je zult hoger scoren bij de verschillende onderdelen. Bekijk hieronder 👇 onze trainingspakketten.