03 oktober 2022 

Veiligheid en milieu varen

Veiligheid en milieu varen

Als je gaat varen dan is het belangrijk dat iedereen zich aan boord veilig voelt en veilig is. Daarom moet je goed weten wat je moet doen bij gevaar, bijvoorbeeld als er brand is of wanneer dat er iemand overboord is geslagen. Hoe kun jij een verdrinking voorkomen? Hoe kun jij een brand het beste blussen? Op deze en andere vragen wordt een antwoord gegeven in deze blog. Er wordt uitgelegd wat je moet doen bij calamiteiten en welke verschillende reddingsmiddelen er zijn. Lees je goed in want als je gaat varen moet je goed weten hoe het allemaal in zijn werk gaat. 


Inhoudsopgave

 

 

Brand en brandklassen

Wanneer dat je je op het water bevindt kan er ineens brand ontstaan, dit kan als er sprake is van een brandbare stof of vuur, bij een vonk en zuurstof. Dit noemen we de branddriehoek. Het blussen van een brand is van groot belang, maar hoe moet je dat doen? Voordat je gaat varen is het van belang dat je hier meer over te weten komt. Je hebt namelijk een aantal brandklassen en deze worden verdeeld in brandklasse A tot en met F:

  1. Brandklasse A: het gaat hier over een brand van vaste stoffen te denken aan papier of hout. 
  2. Brandklasse B: het gaat hier over een brand van vloeibare stoffen zoals dieselolie of benzine. 
  3. Brandklasse C: het gaat hier over een brand van gassen, zoals LPG. 
  4. Brandklasse D: het gaat hier over een brand van metalen waaronder magnesium en aluminium. 
  5. Brandklasse E: het gaat hier over elektriciteitsbranden, zoals kortsluiting ergens aan boord. 
  6. Brandklasse F: het gaat hier over een brand van vet of olie. 

 

Sommige mensen noemen brandklasse E eigenlijk geen brandsoort, maar voor een volledig beeld wordt het binnen het vaarbewijs wel een brandklasse genoemd. 

 

Hoe kun je een brand blussen?

Als er aan boord van je boot of schip een brand uit is gebroken, dan moet je wel weten hoe dat je deze brand moet blussen. Je hebt daarvoor verschillende blusmiddelen op de markt. Je kunt denken aan water, een blusdeken, schuim en poeder. Maar welk middel moet je nu bij welke brand gebruiken? Onderstaande tabel kan je daar een goed beeld van geven: 

 

Begrip

Water 

Schuim 

Poeder 

Blusdeken

Klasse A 

V

V

V

V

Klasse B

X

V

V

X

Klasse C

X

X

V

X

Klasse D

Gevaarlijk!

Gevaarlijk!

V *

X

Klasse E

Gevaarlijk!

V

V

X

Klasse F

Gevaarlijk!

X

X

X

 

Let op dat je bij brandklasse D altijd gebruik maakt van een speciale poederblusser die bedoeld is voor metaalbranden. 

 

Je mag benzine- en dieselbranden NOOIT met water blussen. Dit komt omdat deze stoffen drijven op het water en als je wel met water blust dan is het gevolg dat de brandende benzine of diesel zich zal verspreiden over het hele schip. 

 

Waar plaats je blusmiddelen?

Je hebt je eigen boot of schip en dan heb je blusmiddelen maar waar plaats je deze nu zodat jij deze direct voor het pakken hebt als er sprake is van brand? Je moet het op een plaats zetten zodat je er altijd van meerdere kanten bij kunt. Je zou daarbij kunnen denken aan dicht bij de ingang of uitgang van een kajuit. 

 

Wat je verder moet weten is dat een brandblusser aan boord aan een aantal eisen moet voldoen, hij moet namelijk iedere twee jaar gekeurd worden, de brandblusser moet een capaciteit hebben van minimaal 2kg en hij moet voorzien zijn van een Rijkskeurmerk. 

 

Blussen van een brand

Als je brand hebt aan boord, hoe handel je dan? We hebben nog een paar tips voor je:

  1. Allereerst moet je vaststellen om welke brandklasse het gaat en dan kun jij pas het juiste blusmiddelen selecteren. 
  2. Let goed op het etiket van de brandblusser, wat staat er op, waar is hij voor geschikt en hoe werkt hij?
  3. Je moet de blusslang altijd op de onderkant richten van de vlammen. Dit is de manier om de vlammen op de meest snelle manier te doven.
  4. Als er sprake is van brand aan boord, dan moet je rustig blijven. Zorg dat jij de brand snel gaat doven en zorg dat iedereen in veiligheid is. 

 

Brandpreventie en varen

Als je gaat varen is de kans op een brand aanwezig, net als een explosie door diesel, benzine of gas. Daarom moet je goed weten wat je kunt doen aan brandpreventie. Gas is erg brandbaar en toch wordt er op veel schepen gebruik van gemaakt. Je kunt hierbij denken aan het gebruik van een gaskachel of een kookstel. Je hebt verschillende soorten gas, zoals propaangas en butagas. Propaangas kan bij lage temperaturen ook ontbranden (tot -45 graden Celsius). Je moet deze gassoorten altijd in hun eigen fles veilig aan boord hebben. De apparaten die je gebruikt met het gas moeten voorzien zijn van een eigen afsluiter en deze moet dan tussen de gasleiding worden geplaatst. 

 

Je hebt ook te maken met diverse soorten gasleidingen, zoals koperen gasleidingen. Toch kom je de laatste jaren vaker rubberen gasleidingen tegen. De regel die hierbij geldt is dat je een rubberen gasleiding eens per drie jaar moet vervangen. Als er sprake is van een lekkende gasslang of leiding, kunnen er gevaarlijke concentraties van het gas op het schip aanwezig zijn. Daarom moet je een gasdetector aan boord hebben die dit op tijd kan opsporen. Het apparaat zal dan ook alarm slaan wanneer dat de concentratie gas te hoog is. Je moet daarom een detector op het laagste punt bevestigen van een schip. 

 

Wanneer je gaat varen is het verstandig dat je zorgt dat de gasflessen een reduceerventiel hebben. Dit regelt onder welke druk gas van de gasfles in de leiding gaat. Als je gasflessen gebruikt om te koken, dan is het advies om dat gas in een gasbun te doen, dit geldt voor een kookstel en bij een gaskachel. Het is een speciaal ontworpen opbergkast voor gasflessen. 

 

Benzine, benzinedampen allemaal erg gevaarlijk als je aan het varen bent, maar je kunt vaak niet zonder. Maar je moet opletten wanneer dat zuurstof en benzinedampen samenkomen. Er bestaan schepen met een ingebouwde benzinemotor en vaak is juist daar zuurstof aanwezig. Een motorruim moet altijd goed geventileerd worden. 

 

Reddingsmiddelen

Tijdens het varen kan iemand overboord slaan, daar moet je dan ook altijd op bedacht zijn en dus weten hoe je moet handelen wanneer het zou gebeuren (waar niemand op hoopt). Het hangt er vanaf waar je vaart hoe snel een drenkeling naar de waterkant toe kan. Als het te ver is zwemmen kan iemand onderkoeld raken of door de stroming worden meegenomen. Als je in het water zou vallen, dan moet je drie dingen weten:

  1. Blijf altijd drijven.
  2. Beweeg niet teveel zodat je je lichaamswarmte vast kunt houden.
  3. Probeer ervoor te zorgen dat je door anderen wordt gezien.

 

Reddingsmiddelen heb je in verschillende soorten en maten, we bespreken er een aantal.

 

Een reddingsvest heb je nodig aan boord en zorgt ervoor dat een drenkeling kan blijven drijven (ook wanneer dat iemand bewusteloos is). Er is wel een duidelijk verschil tussen een zwemvest en een reddingsvest, als je een zwemvest hebt dan moet je namelijk blijven zwemmen om boven water te blijven. Je hebt verschillende soorten reddingsvesten, want deze kunnen opblaasbaar zijn, maar kunnen ook niet opblaasbaar zijn (dan hebben ze vaak een schuimvulling). Ook bestaan er nog reddingsvesten die zichzelf automatisch op kunnen blazen als ze met water in contact komen. 

 

Je hebt ook nog verschillende type reddingsvesten, deze zijn afhankelijk van het drijfvermogen en wordt aangegeven in Newton (N). Door naar het drijfvermogen te kijken kan worden vastgesteld in welk soort water je welk type vest moet gebruiken. Zo is een 100 N reddingsvest bedoeld voor de normale binnenwateren onder gewone weersomstandigheden. Het kan voor kinderen en volwassenen worden gebruikt, maar zij dienen dan wel lichte kleding aan te hebben. Je hebt ook een 150 N reddingsvest en die is dan weer bedoeld voor kustwateren en ruime wateren (en harde wind en hoge golven). Het is bedoeld voor kinderen en volwassenen wanneer dat zij zware kleding dragen. Een 275 N reddingsvest kun je ook tegenkomen en is ook bedoeld voor kustwateren en ruime wateren, maar dan onder extreem zware weersomstandigheden. 

 

Een ander reddingsmiddel is een reddingsboei, waardoor een drenkeling kan blijven drijven. Je hebt ze in twee soorten en dat zijn de ronde reddingsboei en de hoefijzervormige reddingsboei. Bij de ronde reddingsboei gaat het over een boei van 2-3kg, deze kun je naar een drenkeling werpen. De hoefijzervormige reddingsboei is aan een kant open en dan kan een drenkeling er dus sneller in veilig worden gesteld. Wat beide boeien met elkaar gemeen hebben is dat jij er een lijn aan kunt bevestigen. Hierdoor kun jij zowel de boei als de drenkeling een stuk eenvoudiger en sneller binnenhalen, weer veilig aan boord. 

 

Er bestaat ook nog een drijflijn en die kun je in het water gooien naar de drenkeling. Het voordeel van deze lijn is dat deze blijft drijven en zo kun je een drenkeling ook goed binnenhalen. 

 

Een drijfbaken is nog een optie, dit noemen we ook wel een joon. Je kunt dit herkennen als oranje dobber en deze heeft een oranje vlag en die is dan weer met een lijn verbonden aan de reddingsboei. In een joon zit nog een fel wit knipperlicht, zodat je ziet waar iemand zich bevindt in het water (met de boei). 

 

Man overboord

Op het moment dat er een bemanningslid overboord is geslagen dan is het aan jou om alle reddingsmiddelen die je aan boord hebt in te zetten en dus om deze overboord te gooien (in het water). Er moet altijd iemand naar de drenkeling blijven wijzen, zodat hij altijd in het zicht wordt gehouden. Je moet als het kan ook de kustwacht waarschuwen en dat kan met je mobiele telefoon of met de marifoon. Vervolgens ga jij de man overboord manoeuvre uitvoeren en je moet dan goed denken aan de richting van de wind en ook moet je denken aan de stroming die er in het water kan zijn. Een drenkeling kun je namelijk benedenwinds dus tegen de wind in of bovenwinds dus met de wind mee naderen. Hier gaan we iets dieper op in.

 

Het naderen van een drenkeling bovenwinds wil zeggen dat je door de wind naar de drenkeling toe wordt geblazen, gestuurd. Je moet er hierbij wel heel goed op letten dat je niet over de drenkeling heen vaart! Je moet ook de stroming in het water goed in de gaten blijven houden. Ga je de drenkeling toch benedenwinds naderen, houd er dan rekening mee dat je langzaam naar de drenkeling toe vaart op de motor! 

 

Het aan boord halen van de drenkeling moet je doen door hem onder zijn oksels vast te pakken. Dan kun je zo de drenkeling aan boord hijsen. Je kunt hem dan beter over de buik binnenhalen dan is een stuk eenvoudiger dan op de rug. Het beste kun je dit met twee personen doen.  

 

Handelen bij calamiteiten

Als er iemand overboord slaat of als er brand uit is gebroken aan boord, dan moet je weten welke stappen je moet zetten bij calamiteiten aan boord. Dit is een stappenplan wat je moet gebruiken: 

  1. Het eerste wat je gaat proberen is om het probleem op te lossen. Je gaat proberen of je de brand kunt blussen of dat je iemand die van boord is geslagen weer aan boord kunt krijgen. 
  2. Als je hulp nodig hebt van anderen dan moet je je positie bepalen. Door gebruik te maken van de zeekaart of een GPS kun je nagaan waar dat je je bevindt en ook waar dat een eventuele drenkeling zich bevindt.
  3. Het is van belang dat je zo snel als mogelijk de overige scheepsvaart gaat waarschuwen (en de hulpdiensten). Dit kun je doen middels de marifoon. 

Blijf altijd aan je (eigen) veiligheid denken, voorkom dat problemen erger worden! 

 

Je kunt als je hulp nodig hebt van anderen een noodsignaal afgeven. Dit kan met vuurpijlen worden gedaan, of met lichtsignalen die je af gaat geven. 

 

Soms is er sprake van evacuatie, bijvoorbeeld wegens een brand of als een schip mogelijk gaat zinken. Iedereen moet dan het schip verlaten en je moet iedereen evacueren. Als je een bijboot of een reddingsboot hebt dan kun je deze gebruiken om (een deel van) de bemanning te evacueren. Heb je deze niet dan moet iedereen een reddingsvest dragen en te water gaan. Als schipper moet jij controleren of dat iedereen veilig in het water is en dan mag jij pas zelf van boord gaan. 

 

Een schipper moet hulp verlenen volgens het Wetboek van Koophandel. Het gaat dan over personen die in het water zijn en in gevaar verkeren. Als er sprake is van een aanvaring dan moet je als schipper helpen waar je kunt en dus assistentie verlenen. Hulp verlenen hoeft niet wanneer dat zijn eigen schip of bemanning dan in gevaar zou komen. 

 

Milieu

Veilig varen is belangrijk en daar hoort ook rekening houden met het milieu bij. Schepen maken als ze varen een boeggolf of een hekgolf. Hierbij wordt het water door het schip opzij geduwd. Er ontstaat een golf en deze komt dan tegen een over of tegen afgemeerde schepen aan. Een oever kan hierdoor beschadigd raken, houd daar daarom rekening mee en ga je snelheid verminderen en houd alles om je heen goed in de gaten! 

 

Qua milieu regels moet je ook weten dat je in Nederland geen vuilwater mag lozen in het vaarwater. Je kunt beter een vuilwatertank op je schip plaatsen en dan kun je deze aan de wal weer leegmaken. 

 

Motorschepen maken geluid, maar geluidsoverlast is niet toegestaan! Daarom zijn er regels opgesteld voor snelle motorboten en zij mogen niet onnodig veel rook produceren, geen onnodige geluidsoverlast veroorzaken en ze moeten ook nog eens voorzien zijn van een geluidsdemper op de uitlaat. 

 

Het brandstofverbruik is ook van belang om in de gaten te houden als je gaat varen. Je zal op tijd vaart moeten minderen en dan verlies je ook veel minder brandstof dan wanneer je in een keer fors je snelheid moet minderen. Pas je altijd aan, aan de rest van de scheepvaart en blijf rekening houden met elkaar. Je bent niet alleen, alleen samen kun jij er voor zorgen dat je veilig kunt varen. Houd je aan de regels en blijf deze handhaven. 

 

Veiligheid en milieu oefenvragen

 

Oefenvraag 1: 

Mag je benzine- of dieselbranden met water blussen?

  1. Soms
  2. Nooit
  3. Ja dat mag 

 

Oefenvraag 2: 

Als er aan boord van je schip sprake is van brand door benzine, welk blusmiddel zet je dan in? 

  1. Schuim
  2. Poeder
  3. Allebei 

 

Oefenvraag 3: 

Je hebt een ronde reddingsboei en een hoefijzervormige reddingsboei, maar wat is het nadeel van een ronde reddingsboei? 

  1. Je ziet hem niet goed in het water liggen
  2. Het is lastig om ermee te gooien
  3. Het is lastig om erin te kruipen als drenkeling. 

 

Oefenvraag 4: 

Waar plaats je blusmiddelen aan boord?

  1. Aan de buitenkant van je schip.
  2. Op een plaats die vanuit meerdere hoeken e.d. bereikbaar is. 
  3. Op een plek waar je er maar vanuit één richting bij kunt.

 

Oefenvraag 5: 

Moet een brandblusser aan boord voorzien zijn van een Rijkskeurmerk?

Ja

Nee

 

 

Antwoorden oefenvragen

 

Antwoord oefenvraag 1:

B) Nooit, je mag een benzine of dieselbrand NOOIT met water blussen omdat deze stof op het water blijft drijven en de brand zich dan over het hele schip zal verspreiden. 

 

Antwoord oefenvraag 2

C) Ze kunnen beide in worden gezet. 

 

Antwoord oefenvraag 3

C) Het is lastig om er in te komen. 

 

Antwoord oefenvraag 4

B) Op een plaats die vanuit meerdere hoeken e.d. bereikbaar is. 

 

Antwoord oefenvraag 5 

Ja, een brandblusser aan boord moet voorzien zijn van een Rijkskeurmerk. 

 

Nog meer oefenen?

Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het vaarbewijs? Doe dan de vaarbewijs cursus van Turbo Vaarbewijs. Met de vaarbewijs cursus kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van het vaarbewijs onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert bij het CBR examen en je zult hoger scoren bij de verschillende onderdelen. Bekijk hieronder 👇 onze trainingspakketten.

 

vaarbewijs 1 cursus
€ 154,-
€ 97,-
  • Na de aankoop direct toegang
  • life time toegang
  • Onze klantenservice staat voor je klaar
  • Meer dan 361 tevreden klanten gingen u voor

(prijs zal binnenkort weer stijgen)

Twijfel je nog? Geen risico met onze 30 dagen 'niet goed-geld terug garantie'!

''Geweldig, de 12 valkuilen heeft mij heel ver geholpen tijdens het theorie examen voor mijn vaarbewijs. Het e-book geeft heel veel waardevolle informatie, wat heel nuttig zal zijn tijdens het halen van je vaarbewijs.'' 

- Arjen Vermeulen

''Het is me gelukt! Dankzij jouw trainingen heb ik eindelijk mijn vaarbewijs gehaald. Ik heb ook veel aan jouw e-book gehad, de valkuilen waren heel herkenbaar. Bedankt voor de informatie!''
Het pakket b die wij aanbieden om jezelf voor te bereiden op het vaarbewijs
- Marc Verbeek
''Ik heb eindelijk mijn vaarbewijs, ik heb heel veel aan jouw gratis e-book gehad, daar wil ik je voor bedanken. Ik heb gelukkig de valkuilen kunnen voorkomen, wat ook de bedoeling was!''
een foto van een man die een reactie heeft achter gelaten over ons e-book van vaarbewijs
- Joost Groenveld