Rijnvaartpolitiereglement alle informatie

Het BPR geldt op de meeste vaarwateren in Nederland. Maar op sommige binnenwateren gelden weer andere reglementen en zo heb je op de Rijn het Rijnvaartpolitiereglement. Voordat je op gaat voor je vaarbewijs is het goed om op de hoogte te zijn van deze regels en wat de verschillen zijn tussen het Rijnvaartpolitiereglement en het BPR. Daarom bespreken we alles over het RPR in dit artikel zodat je goed bent voorbereid. Aan het einde van dit artikel vind je nog een aantal oefenvragen (en antwoorden) zodat je kunt kijken of je deze stof al beheerst. Veel succes en bereid je goed voor op het examen van je vaarbewijs!

 

Inhoudsopgave

 

Het Rijnvaartpolitiereglement

Rijnvaartpolitiereglement wordt ook wel afgekort als RPR. Het is een reglement dat speciaal is opgesteld met regels die gelden op de rivier de Rijn. Normaal gesproken zou je denken dat het BPR geldig is, maar hier op de Rijn dus niet. Iedereen die gaat varen op de Rijn in Nederland moet zich houden aan het Rijnvaartpolitiereglement (dit geldt voor de HELE Rijn). Dit wil dus zeggen de Boven-Rijn en de Neder-Rijn en voor de Waal, het Pannerdensch Kanaal en de Lek.


Er zijn echter wel regels die overeenkomsten tussen het Rijnvaartpolitiereglement en het BPR, maar er zijn ook verschillen en die lichten we verder toe. Zo zijn er regels over de uitrustingseisen en de zitpositie van een schipper in een snelle motorboot, de regels over het zwemmen en de zeilplanken, de bepalingen van waterskiën, stuurboordwalplicht (bepalingen en uitzondering) en dan nog de bepalingen over vaarwegen naar de zee en de zeehaven, deze regels uit het BPR gelden ook in het RPR gebied. Maar er zijn toch nog genoeg regels die verschillen uit het RPR gebied. Deze worden hieronder aan je toegelicht.

Geen definities RPR groot schip

Het RPR heeft geen definitie vastgesteld voor een groot schip. Als je binnen een RPR gebied zou spreken over een schip dan gaat het dus over alle schepen. De term klein schip kennen ze wel en dat is een schip met een lengte van minder dan 20 meter en dan gelden er uitzonderingen en dat zijn bedrijfsmatig gebruikte schepen, vissersschepen, duwbakken, schepen die meer dan 12 passagiers mogen vervoeren en de veerponten.

De rechterzijde van het vaarwater (vanaf de bron van de Rijn in Zwitserland) noemen ze de rechteroever en de linkerkant is de linkeroever.

Schipper en zijn verplichtingen

Binnen het Rijnvaartpolitiereglement staat vast een schipper altijd hulp moet bieden als iemand assistentie vraagt of hulp nodig heeft bij een redding. In het Rijnvaartpolitiereglement staat ook heel nadrukkelijk vermeld dat een schipper en bemanningsleden die een schip besturen niet belemmerd mogen worden door drugsgebruik en alcoholgebruik. Daarbij geldt het maximale alcoholpromillage van 0,5 promille volgens het Rijnvaartpolitiereglement.

Leeftijd bestuurders van schepen

Je vindt in het Rijnvaartpolitiereglement een minimumleeftijd voor het besturen van schepen op de Rijn. Als je een motorschip wil besturen moet je minimaal zestien jaar oud zijn volgens het Rijnvaartpolitiereglement en bij het BPR gebied is dat 18 jaar. Als je een schip zonder motor gaat besturen dan geldt er geen minimum leeftijd.

Kajuit en slecht zicht varen

Het is belangrijk dat een stuurman vanaf de stuurhut of kajuit alle geluidsseinen en lichtseinen goed kan zien. Als er sprake is van bij slecht zicht varen dan moeten alle schepen van de radar gebruik maken. Daarbij moet een klein schip de marifoon dan afstemmen op kanaal 10 of een ander kanaal wanneer dat is aangegeven op de borden. Maar wanneer een klein schip geen radar heeft dan moet hij een ligplaats opzoeken (zo snel als mogelijk). Bij het stilliggen moet de vaargeul dan zoveel als mogelijk vrij worden gehouden.

Lichten en dagtekens

Er gelden nog speciale regels van lichten en dagtekens vanuit het Rijnvaartpolitiereglement.

  1. Klein schepen moeten volgens het BPR een heklicht en een lantaarn op de boeg hebben met twee boordlichten. In het Rijnvaartpolitiereglement geldt dit ook, maar wanneer dat een ander schip nadert wil dat zeggen dat een klein schip nog een extra rondom schijnend wit toplicht zou moeten voeren.
  2. Zelfstandig varende bijboten moeten volgens het BPR dezelfde lichten voeren als een klein schip en in het Rijnvaartpolitiereglement staat dat zij alleen een rondom schijnend wit licht moeten tonen als een ander schip nadert.

Nog een aantal regels uit het Rijnvaartpolitiereglement

Dan hebben we nog een aantal regels uit het Rijnvaartpolitiereglement om toe te lichten:

  1. Zeilschepen moeten onderling in een RPR gebied elkaar aan de loefzijde oplopen. Het oplopen aan de lijzijde is NIET toegestaan.
  2. Schepen die korter zijn dan 20 meter hoeven geen reglementen aan boord te hebben, maar het advies is om ze wel bij je te hebben als je gaat varen!
  3. Verder geldt vanuit het Rijnvaartpolitiereglement dat grote schepen altijd voorrang hebben op kleine schepen. Wat wil dit zeggen?
    1. Als een klein schip een gestrekte koers stuurboord gaat varen dan moet hij voorrang verlenen aan een groot schip.
    2. Als een klein schip stroom mee heeft bij een engte, dan moet hij voorrang verlenen aan een groot schip welke tegen de stroom in gaat varen.
    3. Kleine schepen moeten wel voorrang verlenen aan een snel schip.
    4. Kleine schepen dienen in een hoofdvaarwater voorrang te verlenen aan een groot schip in een nevenvaarwater (ook al staat er een bord).

Rijnvaartpolitiereglement oefenvragen

Oefenvraag 1: Wanneer is het Rijnvaartpolitiereglement van toepassing?

  1. Neder-Rijn, Boven-Rijn en het Amsterdam-Rijnkanaal.
  2. Maas, Neder-Rijn en Waal.
  3. Boven-Rijn, Neder-Rijn en de Lek

Oefenvraag 2: Welk alcoholpromillage mag een bemanningslid dat een schip bestuurt maximaal hebben?

  1. Er geldt geen maximum.
  2. 0,2 promille.
  3. 0,5 promille.

Oefenvraag 3: Als een klein schip geen radar heeft, mag deze dan bij slecht zicht op de Boven-Rijn varen?

  1. Ja
  2. Nee

Oefenvraag 4: Wat zijn de regels in het Rijnvaartpolitiereglement als het gaat over het voeren van een wit toplicht in de nacht voor een klein zeilschip?

  1. Dit moet altijd
  2. Dit moet alleen als een ander schip nadert.
  3. Dit hoeft nooit

Antwoorden oefenvragen

Antwoord oefenvraag 1

Het Rijnvaartpolitiereglement is van toepassing op de Boven-Rijn, Neder-Rijn en de Lek.

Antwoord oefenvraag 2

Het alcoholpromillage mag maximaal 0,5 promille zijn voor een bemanningslid dat een schip bestuurt.

Antwoord oefenvraag 3

Bij slecht weer mag een klein schip zonder radar NIET boven de Boven-Rijn varen.

Antwoord oefenvraag 4

Een klein zeilschip hoeft in de nacht alleen maar een wit toplicht te voeren als een ander schip nadert.

Nog meer oefenen?

Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het vaarbewijs? Doe dan de vaarbewijs cursus van Turbo Vaarbewijs. Met de vaarbewijs cursus kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van het vaarbewijs onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert bij het CBR examen en je zult hoger scoren bij de verschillende onderdelen. Bekijk hieronder 👇 onze trainingspakketten.