Vaarregels die erg belangrijk zijn voor op het water.

Als je van varen houdt en meer wilt weten over de vaarregels ben je hier op het goede adres. Er komt veel bij kijken tijdens het varen. Varen is iets dat je moet leren net als autorijden. Het kost tijd om hier ervaren in te worden. Maar voordat je gaat varen moet je de vaarregels kennen.

Er zijn net als bij het autorijden verschillende dingen waar je op moet letten. In dit artikel gaan we meer kijken naar hoe je jezelf kan voorbereiden voor het varen op water en ook gaan we naar de vaarregels kijken.

Tijdens het varen kan veel gebeuren, dus goed voorbereid gaan varen is van groot belang! Ook zijn er bepaalde tips en tricks die handig zijn om te weten voordat je gaat varen. Dat gaan we allemaal behandelen in dit artikel.


Inhoudsopgave 

1. Vaarregels.

2. Goed voorbereid gaan varen.

3. Ongeschreven vaarregels.

4. Bruggen en sluizen.

5. Voorrangsregels, dode hoek en borden.

6. Marifoon

 

 

 

Vaarregels.

Regels regels regels…..meeste mensen houden niet van regels. Je vindt ze overal, tijdens het autorijden, op werk, school en ook tijdens het varen. Vaarregels zijn erg belangrijk. Ze zijn er voor veiligheid, maar ook voor duidelijkheid. Er zijn heel veel verschillende vaarregels waar je rekening mee moet houden. Om je te helpen heb ik de belangrijkste vaarregels op een rij gezet. Dit zijn de basis vaarregels die je moet kennen als je gaat varen.

  • Houd op het water zoveel mogelijk stuurboordwal (met stuurboordwal wordt de rechterkant bedoeld)aan.
  • Blijf op dezelfde koers varen, verander niet zomaar.
  • Kijk regelmatig om je heen (achter je, voor je, naast je).
  • Gebruik je navigatieverlichting alleen wanneer dat moet.
  • Anker nooit bij bruggen, werkschepen met uitstaande ankers, sluizen en in het midden van het water.
  • Blijf uit de buurt van visnetten. De visnetten worden meestal gemarkeerd door zwarte of gele vlaggetjes. Er wordt ook gebruik gemaakt van een groen/witte ruit. De groene kant is de veilige passeerzijde.
  • Zwemmen in de vaargeul bij bruggen, sluizen en wachtplaatsen is verboden.
  • Om snelle motorboten te kunnen besturen heb je een vaarbewijs voor nodig. Dit geldt voor alle boten die sneller kunnen varen dan 20 km/u. De vaarbewijsplicht geldt ook voor niet snel varende boten die langer zijn dan 15 meter.
  • Zorg ervoor dat je altijd alcoholvrij vaart. 0,5 promille is de wettelijke grens voor op het water. Als je daar boven zit krijg je een boete en die is niet goedkoop!
  • Wanneer je voorrang geeft aan andere schepen moet je tijdig je koers en snelheid aanpassen. Hiermee laat je tijdig zien waar je naar toe gaat en wat je van plan bent. Geef andere de ruimte om goed te kunnen manoeuvreren.
  • Wees alert tijdens hinderlijke golfslagen of zuiging van een schip. Dit kan veel schade voorkomen voor je schip, maar ook voor die van een ander.
  • Met een klein schip moet je op grote wateren minimaal 6 km/u op je motor halen.
  • Een snelle motorboot mag niet sneller dan 20 km/u ten opzichte van het water gaan. Plaatselijk wordt meestal aangegeven of er een andere maximale snelheid geldt. Er zijn bepaalde plekken waar je nooit sneller dan 20 km/u mag, binnen een afstand van 20 meter uit de oever, binnen 50 meter van een zwem- of aanlegrichting, dichtbij een wedstrijd, waterfeest, demonstratie of soortgelijke gebeurtenissen of bij een zicht van minder dan 500 meter.
  • Bezorg je omgeving geen overlast. Ga geen te harde muziek draaien of dingen in het water gooien.
  • Voorkom laveren op drukke vaarroutes en houd het midden vrij voor schepen.
  • De minimumleeftijd om een snelle motorboot te mogen besturen is 18 jaar. Motorboot, grootschip en zeilboot langer dan 7 meter: 16 jaar. Open motorboot, die niet sneller kan dan 13 km/u en korter is dan 7 meter: 12 jaar. Zeilbootjes korter dan 7 meter en kleine roeibootjes: geen minimumleeftijd.
  • Zorg voor goed werkende veiligheidsmiddelen zoals reddingvesten, brandbestrijdingsproducten en EHBO.

 

Goed voorbereid gaan varen.

Voordat je gaat varen is het natuurlijk erg belangrijk om te checken of je boot in orde is. Je wilt geen onverwachte of onnodige problemen tegenkomen. Er kan veel gebeuren op het water tijdens het varen, dus een goede voorbereiding is altijd nodig!

Hier weer een lijst net als bij het kopje vaarregels met de belangrijke dingen waar je op moet letten tijdens het checken van je boot.

  • Motorolie verversen
  • Oliefilter en brandstoffilter vernieuwen
  • Waterafscheider aftappen
  • Oliepeil keerkoppeling controleren
  • Olie keerkoppeling verversen (als dat nodig is)
  • Wierfilter reinigen
  • De Koelwaterpomp impeller controleren of vervangen
  • Beluchter koelsysteem controleren
  • Anodes in buitenboordkoeling controleren en vervangen (als dat nodig is)
  • Koelvloeistof indirecte koeling controleren
  • Slangen controleren op lekkage
  • Controleren op osmose, putcorrosie
  • Speling roer controleren
  • Schroefasspeling controleren
  • Schroef checken voor beschadiging
  • Standpijpen controleren (motorboot)
  • Kielbevestiging controleren (zeilboot)
  • Kaarten en almanakken updaten (als dat nodig is)
  • Bijboot controleren voor lekkage
  • Boordgereedschapskist checken
  • Voorraad splitpennen aanvullen als dit nodig is (zeilboot)
  • Reddingvesten controleren of laten keuren
  • Brandblussers controleren of laten keuren
  • Noodvuurwerk datum controleren en aanvullen (als dat nodig is)
  • EHBO-kist aanvullen (als dat nodig is)
  • Zeil mes schoonmaken en invetten (als dat nodig is)
  • Klepspeling meten
  • Schroefasafdichting controleren
  • Motorhendel smeren
  • Olie hydraulisch stuurwerk bijvullen
  • Stuurwerk kettingen en kwadrant controleren
  • Accu’s controleren en, als nodig, bijvullen met gedestilleerd water
  • Gasinstallatie controleren op lekkage
  • Gasslangen vervangen als ze ouder dan drie jaar zijn
  • Gasbun afvoer vrijmaken



 

Ongeschreven vaarregels.

Oké, nu ken je de vaarregels en heb je ook je technische check gedaan. klaar om te varen dus! Nee, nog niet….

Bij het aanmeren bevestig je de landvasten van je sloep of motorboot altijd onder de landvasten van de schepen die al aangemeerd liggen. Wanneer je naast een schip komt te liggen verlaat je je motorboot of sloep altijd zo rustig mogelijk via de voorkant van het schip dat naast je ligt.

Op moment dat je aanmeert op een kade doe je dit in dezelfde richting als de andere schepen zodat iedereen hun privacy in de achterkuip kan behouden.

 

Soms moet je met je boot achteruit de box invaren. Hierbeneden is er een goed voorbeeld van hoe je dit moet doen.

Voordat je gaat varen is het ook erg belangrijk om het weer even te checken. Het weer kan het erg gevaarlijk maken op het water. Als je niet goed voorbereid bent voor het weer kan het misschien schade brengen aan je boot of aan jezelf en dat wil je natuurlijk niet.

Het is belangrijk dat je weet waar je gaat varen en wat de weersverwachtingen daar zijn. Ook moet je actuele waterkaarten en een almanak (wateralmanak) bij je hebben.

Beluister de weerberichten en verzamel informatie over je vaarwater, zorg dat je weet welke knooppunten je tegenkomt en hoe je die veilig kunt passeren. Maak ook gebruik van de website vaarweginformatie.nl. Op die website vind je informatie over de beschikbaarheid van de vaarweg. Hier kan je actuele informatie krijgen over wijzigingen in bedieningstijden van bruggen en sluizen, stremmingen, werkzaamheden en wijzigingen van betonningen en reglementen.

Kleding is ook erg belangrijk. Je wilt natuurlijk goed gekleed gaan varen. In het najaar dalen de temperaturen en daarmee bedoel ik ook alle temperaturen. Niet alleen de buitentemperatuur, maar ook de watertemperatuur.

Wees voorbereid als er iemand over boord is gevallen of als er iets gebeurd dat je in het water moet springen. Zorg dat je goed (warm) gekleed bent. Ook is het belangrijk dat je weet hoe de onderkoelingsverschijnselen eruitzien. Dit kan in koude tijden goed van pas komen, maar ook in warmere tijden.

 

 

Vaarregels bruggen en sluizen.

Tijdens het varen kom je veel bruggen en sluizen tegen en deze worden soms op afstand bediend met behulp van een camera. Om de doorvaart voor bruggen en sluizen zo veilig mogelijk te laten verlopen zijn er een aantal vaarregels die je moet kennen.

De regels die gelden bij een sluis gelden ook in principe bij een brug. Er wordt gebruik gemaakt van lichtseinen.

Je doorvaarhoogte bepaald of een brug geopend moet worden voor je of niet. Bijna altijd staat er voor de brug een peilschaal waarop af te lezen is wat de exacte doorvaarhoogte op dat moment is.

Boven het vaarwater van een brug hangen in het midden van de brug lampen. Als er een gele lamp is mag je onder de brug doorvaren, maar dan moet je wel rekening houden met tegenliggers als die er zijn. Als er twee gele lampen zijn mag je onder de brug doorvaren en komen er verder geen tegenliggers.

Twee rode lampen onder elkaar betekent dat de brug of sluis niet bediend wordt op dat moment

Veel bruggen worden op afstand bediend en daarom is het belangrijk dat je ervoor zorgt dat je te zien bent op de camera’s. Je kan bruggen aanroepen met de marifoon. Bij de brug zelf staat een bord met het juiste marifoonkanaal.

Als er een rode lamp brandt en de andere gedoofd is dan moet je wachten tot de brugbediening of sluisbediening gestart wordt en dit kan je doen bij de wachtsteiger. Bij de wachtsteiger kan je gemakkelijk stil liggen en geen hinder zijn voor het overige vaarverkeer.

Wanneer je een rode licht met daaronder een groene licht ziet branden betekent dit dat de brug bediend gaat worden. Je kan jezelf gereed maken om langzaam naar de brug te varen, maar wacht nog met onder de brug doorvaren totdat de brug helemaal geopend is. Vaar vlot door zonder het overige vaarverkeer te hinderen, dit geldt bij een sluis ook.

Als je een sluis moet passeren is de kans groot dat je een tijdje moet wachten. Ook de sluis kan je aanroepen met behulp van de marifoon en ook hier is er een bord met daarop het nummer van het marifoonkanaal. Bij de wachtsteiger zit meestal ook een meldknop waarmee je jezelf kan aanmelden.

Bij meerdere sluiskanalen wordt de sluis die geopend gaat worden aangegeven met een knipperend wit licht bij de scheiding van de sluiskanalen of doormiddel van een pijl.

Beroepsvaart gaat altijd voor. Volg de instructies van de sluismeester. Verder is de volgorde van binnenvaren in de sluis in volgorde van aankomst bij de sluis.

Hier nog een video om alles net wat duidelijker te maken voor je.


Voorrangsregels, dode hoek en borden.

Voorrang geven is belangrijk, zeker met grote schepen. Er zijn wat dingen waar je rekening mee moet houden. Hier de hoofdvaarregels die de voorrang bepalen:

  • Een schip dat de stuurboordwal (rechterkant) van een vaarweg of de stuurboordzijde van een betond hoofdvaarwater volgt, heeft voorrang op de overige scheepvaart. Ongeacht of het om kleine of grote schepen gaat (dit geldt niet in het RPR).
  • Kleine schepen verlenen voorrang aan grote schepen.
  • Snelle schepen moeten altijd voorrang verlenen aan alle andere schepen (dit geldt niet in RPR)
  • Bij een engte moeten alle schepen voorrang verlenen aan een schip dat voor stroom (met de stroom mee) vaart, ook als het een klein schip is (dit geldt niet in het RPR).
  • Op een aantal vaarwegen kunnen grote schepen toestemming vragen om aan de bakboordzijde van het vaarwater (de linkerkant) te mogen passeren. Ook kleine schepen moeten daarin als het kan meegaan. Grote schepen moeten de wens om aan de verkeerde wal te gaan varen ook aan kleine schepen kenbaar maken.

Verder zijn er ook overige vaarregels die ook belangrijk zijn om te weten:

  • Een schip mag een ander schip alleen voorbijlopen, als het zeker is, dat dit zonder gevaar kan gebeuren.
  • Een groot schip dat wordt opgelopen door een ander groot schip en elk klein schip dat wordt opgelopen, moet het voorbijlopen, voor zover nodig en mogelijk, vergemakkelijken. In principe moet een oploper aan bakboord van de opgelopene voorbijvaren. Als daar ruimte voor is, mag dat ook aan stuurboord gebeuren.
  • Grote schepen mogen niet zo manoeuvreren dat kleien schepen daardoor in de problemen kunnen komen, maar dit is opzicht wel logisch (goed zeemanschap).
  • Een schip mag alleen op gelijke hoogte met een ander schip opvaren als hier voldoende ruimte voor is en dit geen hinder voor de overige scheepvaart oplevert.
  • Alleen bij oplopen en passeren op tegengestelde koersen mag een schip op kortere afstand komen dan 50 meter van een kegelschip (schip met gevaarlijke lading).

Dode hoek is iets wat super gevaarlijk is. Alles wat in je dode hoek komt is onmogelijk voor jou om te zien. Daarom is het heel belangrijk om goed op te letten tijdens het varen. De dode hoek bevindt zich voor de boeg van een varend schip, waarbinnen een object vanaf de plaats achter het roer niet kan worden gezien.

De dode hoek kan wel tot 350 meter voor het schip liggen, gevaarlijk dus! Vaar daarom dus nooit voor een varend binnenvaartschip. Zorg ervoor dat de stuurhut te zien blijft, dan is het ook zeker dat de schipper jou kan zien.

Verkeersborden zijn ook op het water erg belangrijk. Er zijn veel verschillende verkeersborden. 


 

Marifoon.

De marifoon is een apparaat waar je mee kunt communiceren en dat is iets heel belangrijk tijdens het varen. Met de marifoon kun je makkelijk communiceren met bruggen, sluizen en jachthavens en hierdoor kom je de marifoon ook steeds vaker tegen op een plezierjacht.

De marifoon is ook op ruim water als Markermeer, IJsselmeer en Waddenzee het communicatiemiddel als zich problemen voordoen. Grote schepen zijn verplicht een voor dat type vaarwater geschikte marifoon aan boord te hebben. Voor kleine schepen geldt dit niet.

Er zijn ook wat vaarregels voor het gebruik van de marifoon:

  • De marifoon moet bij het Agentschap Telecom online geregistreerd worden.
  • Er moet een actueel exemplaar van het Handboek voor de Marifonie aan boord zijn. Dit mag ook digitaal zijn. Ook moet je de laatste versie ANWB Wateralmanak deel 1 aanboort hebben.
  • Een bedieningscertificaat moet je ook hebben om een marifoon te mogen gebruiken.
  • Waar wordt aangegeven door borden, heb je als schipper ook een uitluister- en communicatieplicht. Uitluisterplicht: de marifoon moet tijdens het varen verplicht op aangewezen kanalen worden uitgeluisterd. Communicatieplicht: de marifoon moet tijdens het varen verplicht worden gebruikt om berichten te verzenden als die noodzakelijk zijn voor de veiligheid van de scheepvaart.

Er is een koppeling tussen radar en marifoon: heb je als plezierjacht een voor het vaargebied goedgekeurde radar aan boord, dan moet je bij gebruik daarvan ook een marifoon hebben. Op sommige vaarwateren mag je bij slecht zicht niet zonder marifoon of radar varen.

Op binnenwateren in Nederland mag op de kanalen voor nautisch verkeer uitsluitend op laag vermogen worden uitgezonden (0,5 tot 1 watt). Voor een marifoon met gereduceerd vermogen moet je een Basiscertificaat marifonie hebben. Op zee mag je de meeste kanalen op hoog vermogen (6 tot 25 watt) uitzenden en daarvoor heb je een Marcom-B-bedieningscertificaat voor nodig.

Dit filmpje gaat over geluidsseinen (vanaf minuut 03:19 gaat het over de marifoon).




Ook slagen voor je vaarbewijs?

Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het vaarbewijs? Doe dan de  vaarbewijs cursus van Turbo Vaarbewijs . Met de vaarbewijs cursus kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van het vaarbewijs onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert bij het CBR examen en je zult hoger scoren bij de verschillende onderdelen. Bekijk hieronder  onze trainingspakketten.