Voorrangsregels varen
Als je gaat varen dan zal je nooit alleen zijn. Met name in de zomer zijn er erg veel schepen op het water te vinden. Om ervoor te zorgen dat alles veilig verloopt is het van belang dat je de voorrangsregels varen goed beheerst. In dit artikel komen verschillende situaties aan bod waarvan jij de voorrangsregels goed moet kennen. Een schipper zal zich altijd als een goed zeeman moeten tonen op het water en je moet de regels over bakboord en stuurboord natuurlijk goed beheersen. Weet jij wat goed zeemanschap is? Weet je wat over stuurboord zeilen, over bakboord zeilen en over dezelfde boeg zeilen wil zeggen en wat de regels daarbij zijn? Dit en meer wordt in dit artikel behandeld. Zorg dat jij alle stof goed beheerst voordat je op gaat voor je vaarbewijs. Om deze stof te oefenen hebben we aan het eind van dit artikel een paar oefenvragen (en antwoorden) staan zodat je na kunt gaan welke stof je al beheerst. Lees je goed in, bereid je goed voor en zorg dat je veilig het water op kunt door alle voorrangsregels varen te kennen.
Inhoudsopgave
Goed zeemanschap
Als je schipper bent, dan wil dat zeggen dat je je als een goed zeeman moet gedragen op het water. Je moet daarbij rekening houden met je eigen schip maar ook met de andere scheepvaart. Ook moet je continu nagaan of dat er gevaar is op of in het water en daar dan goed naar handelen. Je moet bijvoorbeeld op tijd voorrang verlenen en je moet ook nog medewerking verlenen wanneer dat nodig is. Je moet het samen veilig houden op het water.
Het houdt verder in dat je goed moet weten waar dat je je mag bevinden op het water. Daarbij geldt de regel dat je je zo veel als mogelijk aan de rechterzijde van het vaarwater moet bevinden. Bevind je je op een kanaal dan moet je dus zoveel als mogelijk aan de rechterkant van het kanaal zelf varen en bij een meer moet je zoveel als mogelijk aan de rechterkant van de vaargeul varen (als deze er is). Met andere woorden is dit de stuurboordwalplicht.
Over stuurboord varen of over bakboord varen?
Wanneer dat je binnenkort op gaat voor je vaarbewijs moet je heel goed weten wat over stuurboord varen en wat over bakboord varen is en welke voorrangsregels varen er dan gelden. Voordat je kunt weten of een zeilschip over bakboord of stuurboord mag zeilen, moet je vanaf de achterkant van het schip naar de boeg kijken. Als het zeil dan aan de rechterkant staat (dus vanaf achteren kijken) dan wil dat zeggen dat een zeilschip over stuurboord zeilt. Als het zeil aan de linkerzijde staat dan wil dat zeggen dat het zeilschip over bakboord zeilt.
Naderen op tegengestelde koers
Als twee schepen recht op elkaar varen dan heet dat naderen op tegengestelde koers, maar hoe moet er dan gehandeld worden en welke voorrangsregels varen gelden er dan? Dit leggen we je uit:
- Om te beginnen gaat de gestrekte koers aan de stuurboordzijde voor. Dit wil zeggen dat wanneer een schip in een rechte koers met de wal of de betonning aan de stuurboordkant vaart, dan moet dat schip voorrang krijgen van alle andere schepen welke hem op een tegengestelde koers zullen naderen. Andere schepen moeten dus uitwijken hiervoor.
- Een groot schip gaat voor een klein schip dus als je in de praktijk een klein schip hebt wat een groot schip op tegengestelde koers gaat naderen (en is er geen gestrekte koers aan stuurboordkant), dan mag een groot schip dus eerst. Voor het kleine schip wil dat zeggen dat hij dus voorrang moet verlenen en dat kan alleen maar door uit te wijken.
- Er zijn ook nog een aantal speciale regels die gelden wanneer dat de bovenste twee opties niet van toepassing zijn. Als een klein motorschip bijvoorbeeld een klein zeilschip op tegengestelde koers gaat naderen, dan heeft dit kleine zeilschip voorrang en dan moet een motorschip uitwijken. Als het over zeilschepen onderling gaat dan geldt dat het zeilschip wat over bakboord zeilt voor mag gaan.
Kruisende koers
Als je op gaat voor je vaarbewijs dan kun je ook de vaarregels van de kruisende koers tegenkomen en dat geldt wanneer dat twee schepen elkaar naderen vanaf de zijkant. Er gelden daarbij een aantal hoofdregels:
- De gestrekte koers aan de stuurboordzijde gaat voor.
- Groot schip gaat voor een klein schip.
- Maar ook hierbij zijn er weer uitzonderingen van toepassing. Stel je voor dat twee zeilschepen over dezelfde boeg zeilen. Dan moet er goed gekeken welk schip er over de loefzijde of de lijzijde zit. Een schip aan de lijzijde heeft voorrang op het zeilschip aan de loefzijde. Bij motorschepen onderling geldt nog dat een motorschip welke van rechts komt dat deze altijd voor mag gaan.
Voorrangsregels varen bij oplopen en voorbij lopen
Mag een schip een ander schip inhalen? Welke voorrangsregels varen gelden er dan? Als je het hebt over oplopen en voorbijlopen dan wil dat zeggen dat het ene schip een ander schip in wil halen. Inhalen is alleen toegestaan als je in kan halen. Je moet dan rekening houden met je vaarsnelheid, de maximumsnelheid op het water, en de snelheid van een ander schip. Ook moet je goed om je heen kijken of het wel veilig en verantwoord is om in te halen. Bij slecht zicht varen is inhalen natuurlijk niet verantwoord. Er gelden een aantal regels:
- Het voorbijlopen moet gedaan worden via de bakboordzijde, tenzij er aan stuurboordzijde genoeg ruimte is, dan mag je daar voorbijlopen.
- Let goed op want bij zeilschepen onderling geldt dat het voorbijlopen zoveel als mogelijk uitgevoerd moet worden via de loefzijde.
Hoofdvaarwater- nevenvaarwater
Zoals je wellicht wel weet zijn niet alle vaarwateren hetzelfde, de vaarsnelheid is anders, er kan sprake zijn van een snelvaargebied of juist niet. Soms mag je ergens ligplaats nemen en soms is dat verboden. Je moet daarom goed weten wat er wordt bedoeld met middenvaarwater, lateraal betond vaarwater en hoofdvaarwater links en hoofdvaarwater rechts. Deze termen kom je namelijk tegen als je op gaat voor je vaarbewijs. Op een vaarwater kun jij te maken krijgen met ongelijkwaardige kruispunten. Het zou daarom kunnen dat een schip uit het nevenvaarwater ineens voorrang moet verlenen aan een schip uit het hoofdvaarwater.
Het is altijd goed te zien waar dat je je bevindt op het water, want een hoofdvaarwater is aangegeven met een bord, en dit heeft een dikke witte streep. Bij een nevenvaarwater is het een dunne witte streep.
Als je medewerking moet verlenen dan wil dat zeggen dat jij je aan gaat passen zodat een ander schip zijn manoeuvre kan uitvoeren. Het andere schip moet ook met jou rekening houden, zodat jij niet ineens flink moet remmen of je aan hoeft te passen. Kortom rekening houden met elkaar is van groot belang! Bij het medewerking verlenen moet een klein schip in een hoofdvaarwater medewerking verlenen aan een ander klein schip wat zich in het nevenvaarwater bevindt. Daarnaast geldt dat een klein schip in een hoofdvaarwater weer medewerking moet verlenen aan een groot schip wat zich in het nevenvaarwater bevindt.
Er geldt hierbij ook een uitzondering en dat is voor een snel groot schip. Dit is namelijk een schip welke langer is dan 20 meter en sneller kan varen dan 40 km/u. Deze moet alle schepen voorrang verlenen in de situaties die hierboven zijn benoemd. Een snel groot schip is goed te herkennen aan twee gele flikkerende lichten die zich boven elkaar bevinden.
Voorrangsregels oefenvragen
Oefenvraag 1: Een schipper moet..
- Alleen rekening houden met zijn eigen schip
- Rekening houden met zijn eigen snelheid
- Rekening houden met zijn eigen schip, de schepen om zich heen en alles wat zich op het water bevindt.
Oefenvraag 2: Wat geldt er meestal?
- Groot schip voor een klein schip
- Klein schip voor een groot schip
Oefenvraag 3: Als een klein schip klaar is om de haven uit te varen naar het hoofdvaartwater en dan een groot schip ziet varen in het hoofdvaarwater, moet dan een groot schip medewerking verlenen zodat het kleine schip de haven uit kan varen?
- Ja
- Nee
Antwoorden oefenvragen
Antwoord oefenvraag 1:
Een schipper moet antwoord C: Rekening houden met zijn eigen schip, de schepen om zich heen en alles wat zich op het water bevindt.
Antwoord oefenvraag 2:
Een groot schip gaat voor een klein schip.
Antwoord oefenvraag 3:
Nee, het grote schip hoeft geen medewerking te verlenen.
Nog meer oefenen?
Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het vaarbewijs? Doe dan de vaarbewijs cursus van Turbo Vaarbewijs. Met de vaarbewijs cursus kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van het vaarbewijs onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert bij het CBR examen en je zult hoger scoren bij de verschillende onderdelen. Bekijk hieronder 👇 onze trainingspakketten.