Regels vaarbewijs
Welke regels vaarbewijs beheers jij al en welke regels hebben nog meer aandacht nodig? Dit is een goed moment om je geheugen even op te frissen en na te gaan wat je nog moet leren. Er gelden namelijk heel wat regels die je moet beheersen voordat jij op kunt voor je vaarbewijs examen. Je moet je goed voorbereiden, want je wil toch ook dat de kans zo hoog mogelijk is dat je slaagt? Lees daarom onze regels vaarbewijs goed door, maak dan aan het einde van het artikel de oefenvragen en antwoorden en dan weet jij hoever je al bent. Het gaat er om dat je je op het water veilig voelt en ook veilig handelt voor jezelf, je passagiers en de andere vaarwatergebruikers.
Inhoudsopgave
Wanneer is een vaarbewijs verplicht?
Als je wil varen met een jetski, motorboot of een waterscooter welke bij vol gas harder gaan dan 20 km per uur, dan ben je verplicht om te beschikken over een vaarbewijs. Je moet ook een vaarbewijs hebben als je wil varen met een pleziervaartuig welke een lengte heeft van 15 tot 25 meter.
Soorten vaarbewijzen
Welke regels vaarbewijs I gelden er? Hiermee bedoelen we dat als je wil gaan varen op kanalen, meren en rivieren, dan moet jij over vaarbewijs I beschikken en daarmee dus de regels beheersen. Ga jij ook op de ruime binnenwateren varen zoals op het IJsselmeer, dan moet jij ook de regels vaarbewijs II kennen en je vaarbewijs II behaald hebben.
Theorie-examen regels vaarbewijs toepassen
Voordat jij examen kunt doen voor je vaarbewijs, moet je eerst de regels vaarbewijs toe kunnen passen. Je moet dus goed voorbereid zijn, je moet veel weten over de wettelijke bepalingen, maar ook over veiligheidsmaatregelen (zoals wanneer je mag ankeren en wanneer een reddingsvest verplicht is of een brandblusser verplicht is aan boord). Ook meteorologie, betonning van het vaartwater en de motortechniek komen hier aan bod. Het manoeuvreren van een schip moet je ook kennen, en je moet weten wie wanneer voorrang heeft en wanneer je bakboord of stuurboord moet varen.
Het vaarbewijsexamen bestaat in totaal uit veertig meerkeuzevragen. Je hebt in totaal een uur de tijd om alle vragen te beantwoorden. Voor iedere vraag krijg je een aantal punten, dit kan één punt zijn, maar het kunnen ook twee of maximaal drie punten zijn. in totaal kun jij als je alle vragen goed hebt beantwoord tachtig punten halen, je hebt maar 56 punten voor je vaarbewijs nodig om te slagen.
Voldoen aan de regels vaarbewijs
Er zijn verschillende regels voor het vaarbewijs waar je aan moet voldoen voordat je op examen mag. Dit zijn de voorwaarden. Je moet bijvoorbeeld een gezondheidsverklaring invullen, als er medische beperkingen zijn zal er eerst een aanvullend onderzoek nodig zijn voordat je vaarbewijs aangevraagd kan worden.
Verschillen vaarbewijs 1 en vaarbewijs 2
Je hebt vaarbewijs 1 en vaarbewijs 2, uiteraard zijn er nog meer vaarbewijzen die behaald kunnen worden, maar het begint allemaal bij deze vaarbewijzen. Als je vaarbewijs 1 met goed gevolg hebt afgelegd dan mag jij daarmee varen op kleine meren, kanalen en op rivieren. Als je vaarbewijs 2 hebt behaald, dan mag jij ook nog eens op de grote wateren varen. Je kunt hierbij denken aan de Westerschelde, de Dollard, het IJsselmeer, het Markermeer en de Waddenzee.
Wat zijn de regels vaarbewijs in het buitenland?
Als je vaarbewijs I hebt behaald dan kan dat in het buitenland gezien worden als International Certificate of Competence (ICC) for Inland waters. Wat het precies wil zeggen is dat jij op kanalen, meren en rivieren mag varen, maar niet op de verschillende kustwateren. Vaarbewijs II wordt in het buitenland gezien als International Certificate of Competence (ICC) for Inland and coastal waters. Je mag daarmee dus wel op de kustwateren varen.
Regels vaarbewijs halen
Als je graag je vaarbewijs wil halen, dan begint het allemaal bij vaarbewijs I. Je kunt nooit eerst Vaarbewijs II halen. Het kan wel zijn dat je Vaarbewijs I en Vaarbewijs II in korte tijd na elkaar af gaat leggen (maar dat kan ook alleen maar als je Vaarbewijs I hebt behaald).
Wat zijn de basis vaarregels?
De basis vaarregels, de belangrijkste regels als je gaat varen, komen aan bod bij Vaarbewijs I. De regels hebben we hieronder voor je op een rijtje gezet:
- Je moet op het vaarwater altijd zoveel als mogelijk stuurboordwal aanhouden. Dit wil zeggen de rechterkant.
- Je moet aan de andere scheepvaart duidelijk laten zien welke koers je gaat varen.
- Iedereen moet elkaar op het water de ruimte geven.
- Het midden van drukke vaarroutes moet je vrijhouden voor grote schepen. Je moet hier dus NIET voor anker gaan en zeker niet gaan drijven!
- Als je voorrang gaat verlenen aan een andere boot, dan moet je ervoor zorgen dat jij je snelheid en je koers op tijd aan gaat passen. Rekening houden met elkaar tijdens het varen is continu belangrijk!
- Het is van belang dat jij regelmatig achterom kijkt en zorgt dat je goed zicht hebt.
- Alle boten moeten altijd de juiste navigatieverlichting voeren.
- Ben altijd bedacht/alert op zuiging van een schip of op hinderlijke golfslag en weet hoe je hier naar moet handelen.
- Wil je met je schip ankeren? Dan moet je kijken waar dit is toegestaan. Ook moet het een veilige plek zijn waar je wil ankeren met je boot. Je gaat dus NIET in het midden van het vaarwater, bij bruggen of bij sluizen ankeren.
- Wil je vanaf je boot ergens zwemmen? Let er dan goed op dat het veilig is, en dat het er is toegestaan.
- Merk je ineens gele of zwarte vlaggetjes op in het water? Let dan goed op en blijf hier uit de buurt want dan kunnen er visnetten aanwezig zijn.
- Je moet beschikken over een vaarbewijs wanneer dat jij een motorboot gaat besturen welke sneller kan dan 20 km per uur of langer is dan 15 meter.
- Als je gaat varen dan ligt de wettelijke grens van alcohol op het water op 0,5 promille.
Regels vaarbewijs oefenvragen
Oefenvraag 1: Bij vaarbewijs I krijg je een theorie examen en praktijkexamen, waar of niet waar?
- Waar
- Niet waar
Oefenvraag 2: Gedurende het varen moet jij altijd voorrang verlenen aan andere boten. Waar of niet waar?
- Waar
- Niet waar
Oefenvraag 3: Het midden van drukke vaarroutes moet je vrijhouden voor…
- Alle schepen
- Grote schepen
- Kleine schepen
Oefenvraag 4: Als je voorrang gaat verlenen aan een andere boot dan
- Moet je je koers op tijd aanpassen
- Moet je je snelheid op tijd aanpassen
- Moet je zowel de koers als je snelheid op tijd aanpassen
Oefenvraag 5: Je kunt eerst vaarbewijs II halen en dan Vaarbewijs I, waar of niet waar?
- Waar
- Niet waar
Antwoorden oefenvragen
Antwoord oefenvraag 1:
Niet waar, het examen bij Vaarbewijs I bestaat alleen uit een theorie examen.
Antwoord oefenvraag 2
Waar, tijdens het varen moet je rekening houden met elkaar en voorrang verlenen wanneer dit nodig is aan andere schepen.
Antwoord oefenvraag 3
Je moet het midden van drukke vaarroutes vrijhouden voor grote schepen.
Antwoord oefenvraag 4
Als je voorrang gaat verlenen aan een andere boot, dan moet je je snelheid en je koers op tijd aanpassen.
Antwoord oefenvraag 5
Niet waar, het begint allemaal met het doen van examen voor Vaarbewijs I en als je deze hebt behaald kun je examen doen voor Vaarbewijs II.
Nog meer oefenen?
Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het vaarbewijs? Doe dan de vaarbewijs cursus van Turbo Vaarbewijs. Met de vaarbewijs cursus kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van het vaarbewijs onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert bij het CBR examen en je zult hoger scoren bij de verschillende onderdelen. Bekijk hieronder 👇 onze trainingspakketten.