Als je je op het water bevindt, is veiligheid van groot belang en daarom moet een schip altijd uitgerust zijn met een aantal belangrijke zaken. Bij veiligheid kun je denken aan het kenteken van een schip, dit is van groot belang, maar ook is er aanbevolen uitrusting bepaald die aanwezig moet zijn op schepen en is er verplichte uitrusting vastgesteld voor snelle motorboten. Het is van groot belang dat je alles over uitrusting schepen goed kent en inzicht hebt, zodat je dit kunt toepassen als je op gaat voor je vaarbewijs. Weet je bijvoorbeeld wat een joon is? Lees het daarom op je gemak door en bereid je zo voor op het examen van je vaarbewijs. Zorg je als je gaat varen dat je ook een wateralmanak aan boord hebt? Aan het einde vind je nog oefenvragen (en antwoorden) zodat je er nog beter achter kunt komen welke stof je al beheerst en waar dat je je eventueel nog extra in moet verdiepen.
Inhoudsopgave
Kenteken van een schip
Schepen moeten onder andere vanwege de veiligheid voorzien zijn van een kenteken. Een andere reden dat zij hierover moeten beschikken is omdat ze zo beter te onderscheiden zijn. Een kenteken moet altijd bestaan uit een naam of een kenspreuk van een schip, echter mogen het ook nummers zijn. Ook moeten op het kenteken van een schip de naam en de woonplaats van de eigenaar vermeld staan. Op de buitenkant moet dan de naam of de kenspreuk staan. Aan de binnenkant mogen dan de naam en de woonplaats worden vermeld (dit mag echter ook op de buitenkant worden vermeld). Het belangrijkste is dat het in ieder geval allemaal goed zichtbaar is.
Uitzonderingen kentekens schepen
Een kenteken op schepen is verplicht, maar daarbij gelden twee uitzonderingen. Roeiboten en zeilschepen die een lengte hebben van maximaal zeven meter hebben geen kenteken nodig en snelle motorboten ook niet. Maar let hierbij wel goed op want een snelle motorboot moet wel geregistreerd worden op naam van de betreffende eigenaar. Als de snelle boot dan is geregistreerd krijgt deze een registratieteken. Dit moet dan weer goed te zien zijn aan de buitenkant van het schip. Een eigenaar van een snelle motorboot zal ook een registratiebewijs krijgen. Als je gaat varen dan moet je deze ook altijd bij je hebben.
Schepen heb je in allerlei soorten en maten, maar dan heb je ook nog schepen die een klein schip aan boord hebben, dit wordt gezien als een extra schip. Meestal gaat het dan over een klein open motorschip (ook wel een bijboot genoemd). Let op want deze moet ook voorzien zijn van een kenteken en daaruit moet de identiteit van de eigenaar te achterhalen zijn. Je mag dit kenteken dan aan de buitenkant of aan de binnenkant van de bijboot plaatsen. Een kenteken moet echter wel goed te zien zijn voor de andere scheepvaart.
Uitrusting welke is aanbevolen
Kleine schepen hebben geen vaste uitrustingseisen, maar let op want snelle motorboten wel! Je lichten en toeter moeten wel altijd in orde zijn als je je op het vaarwater wilt begeven. Je kunt hierdoor dan dag in dag uit varen en wordt dan ook goed gezien door de overige scheepvaart. Het is dus veilig dat je zo gaat varen, maar toch is het wel aan te raden om bepaalde aspecten rondom het thema uitrusting aan boord te hebben.
Een anker boot is zeker aan te raden want dan kun je je schip stil leggen op het water. Dit noemen ze dan vaak voor anker gaan of ankeren. Als je aan het varen bent en ineens merk je dat de motor ermee stopt, dan wil dat zeggen dat jij dus moet ankeren. Sommige mensen denken dat je gewoon kunt voortdrijven op de stroming, maar doe dat niet want dat is levensgevaarlijk!
Reddingsvesten heb je aan boord nodig, denk hierbij aan minimaal één of twee. De meeste mensen die het water op gaan, zijn nooit alleen. Daarom is twee reddingsvesten zeker het advies. Het beste zou het zijn als je voor ieder bemanningslid een reddingsvest aan boord hebt. Zorg dat je het verschil tussen een reddingsvest en zwemvest goed weet! Een reddingslijn zal je ook tegenkomen, net als een tros en een lenspomp.
Een brandblusser hebben de meeste mensen die gaan varen wel aan boord, maar toch niet iedereen. Ondanks dat het wel is aanbevolen, is het geen verplichting. Het beste zou jij er een van minimaal twee kg moeten nemen, en dan moet je nog weten waar dat je deze moet bevestigen. Dit kan het beste gedaan worden op een plek waar je hem altijd binnen handbereik hebt. Je moet eigenlijk vanuit meerdere kanten bij de brandblusser kunnen voor als er wat aan de hand zou zijn, wat je uiteraard niet hoopt mee te maken.
Reglementen heb je tijdens het varen soms ook wel eens nodig. Dit kan dan digitaal zijn of op papier, net wat jij fijner vindt. Ook dit is niet verplicht, maar wel aanbevolen omdat je altijd even wat op wil zoeken bijvoorbeeld.
De reling is van groot belang als je gaat varen. Dit zorgt er namelijk voor dat je gaat voorkomen dat er iemand overboord kan slaan. Het zijn stalen buizen en die lopen rondom het hele schip (bij zeilschepen zijn het meestal touwen en geen buizen). Hierbij is het goed om te weten dat de reling eigenlijk minimaal 60 cm moet zijn, om zo te voorkomen dat volwassenen overboord slaan. Als er regelmatig kinderen mee gaan varen dan is het advies om bijvoorbeeld een net te plaatsen tussen het dek en de reling, zo voorkom je dat zij overboord kunnen vallen. Ook over de voetreling boot moet je het een en ander weten, met name van belang als er kinderen mee gaan varen.
Er bestaat ook nog een speciale voetreling. Deze zit als een soort lijst om de rand van het dek heen en is 2,5 cm hoog. Als een dek glad is en nat dan kan deze reling voorkomen dat je zo overboord kunt glijden.
Voor je eigen veiligheid is het aan te raden om ook een lenspomp aan boord te hebben, dit kan ook wel een bulgepomp worden genoemd. Hiermee kun je regenwater of lekwater uit een schip pompen. Als er sprake zou zijn van een kleine lekkage kun je toch het teveel aan water wegpompen en dan nog doorvaren.
Er zijn ook meer dan genoeg schepen die vanwege de veiligheid ook vluchtluiken hebben. De boten die hiervan voorzien moeten zijn, zijn de kajuitschepen. Stel dat er brand is op een schip of een schip gaat zinken, dan kan een bemanningslid zich insluiten in de kajuit. Door een vluchtluik kan iemand dan alsnog weten te ontsnappen en veilig worden gesteld. Er gelden hierbij wel regels en dat is bijvoorbeeld dat vluchtluiken minimaal 50x50 cm groot moeten zijn en meestal zijn ze ook nog eens donker van kleur. Als je de keuze maakt voor een hoog vluchtluik dan moet deze wel van een opstapje zijn voorzien. Vluchtluiken schip, zorg dat je alles goed weet hierover voor je op gaat voor je vaarbewijs.
Bij de meeste motorschepen is er ook nog een zwemtrap aanwezig. Deze is bedoeld om zo vanuit het water eenvoudig in het schip te kunnen klimmen. Soms mensen zich af is een zwemtrap op boot verplicht? Jij weet het antwoord!
Verplichte uitrusting snelle motorboten
Snelle motorboten moeten zich aan een aantal eisen houden als het gaat over verplichte uitrusting. Er gelden voor hen strengere regels en dat is omdat zij ook sneller zijn dan de gemiddelde scheepvaart. Het belangrijkste om mee te beginnen is de registratieplicht die er geldt voor snelle motorboten. Daarom moet je een registratiebewijs aan boord hebben, altijd.
Reddingsvesten zijn op snelle motorboten verplicht! De regel is dat je voor ieder bemanningslid dat mee aan het varen is een reddingsvest aan boord moet zijn. Als het over een snelle motorboot gaat, dan moet er een reddingsvest worden gedragen door de schipper (zeker als hij staat).
De brandblusser is bij een snelle motorboot ook verplicht! Deze moet minimaal 2 kg zijn.
Als laatste moet een motorboot nog een motor-onderbrekingsknop hebben. Dit noemen ze ook wel een dodemanskoord. Het is te herkennen aan een rood koord en dit moet een bestuurder om zijn pols of enkel hebben hangen. Het koord is verbonden met de motor van het snelle motorschip en wanneer dat de bestuurder plots overboord zou slaan, dan zal het koord ervoor zorgen dat de motor uit wordt geschakeld en zo komt het schip erg snel tot stilstand.
Uitrusting oefenvragen
Voordat je op gaat voor je vaarbewijs is het fijn om nog even te kunnen oefenen. Daarom hebben wij vijf oefenvragen voor je over het onderwerp uitrusting. Weet jij alle vijf de vragen goed te beantwoorden? Kom er snel achter en begin hier met oefenen!
Oefenvraag 1:
Waaruit moet het kenteken van een klein motorschip bestaan?
a) Naam van een schip en naam van de eigenaar.
b) Naam van het schip.
c) Naam van het schip en gegevens van de eigenaar (naam en woonplaats).
Oefenvraag 2:
Als je het water op wil met een klein motorschip, hoeveel reddingsvesten zou je dan meenemen?
a) Geen
b) Een of twee
c) Een reddingsvest voor ieder bemanningslid
Oefenvraag 3:
Heb jij als je gaat varen met een snelle motorboot een registratiebewijs bij je als je gaat varen?
- Nee
- Ja dat is verplicht.
Oefenvraag 4:
Als je gaat varen dan is het aanbevolen om de reglementen mee te nemen. Maar wat geldt er dan:
a) Je moet ze alleen maar digitaal bij je hebben.
b) Je moet ze alleen maar op papier bij je hebben.
c) Je moet ze op papier of digitaal bij je hebben.
Oefenvraag 5:
Welke inhoud moet een brandblusser minimaal hebben aan boord van een snelle motorboot?
Antwoorden
Hieronder vind jij de antwoorden van de oefenvragen ‘uitrusting’:
Antwoord oefenvraag 1: C
Antwoord oefenvraag 2: C, dit is het advies en veiligheid staat op één!
Antwoord oefenvraag 3: Ja, is verplicht
Antwoord oefenvraag 4: C
Antwoord oefenvraag 5: Je moet een brandblusser aan boord hebben van minimaal 2 kg.
Nog meer oefenen?
Wil je oefenen om te kunnen slagen voor het vaarbewijs? Doe dan de vaarbewijs cursus van Turbo Vaarbewijs. Met de vaarbewijs cursus kun je tegen een vergoeding levenslang de belangrijkste onderdelen van het vaarbewijs onbeperkt oefenen. Op die manier zorg je er voor dat je beter presteert bij het CBR examen en je zult hoger scoren bij de verschillende onderdelen. Bekijk hieronder 👇 onze trainingspakketten.